Q&A over rubberkorrels op kunstgrasvelden
Désirée Meulenbroek en Ron Peters van het CDA stelden vanmiddag 3 schriftelijke vragen aan B&W over onwenselijke en milieuonvriendelijke rubberkorrels op kunstgrasvelden. 2 Jaar geleden stelde D66 over die korrels ook al schriftelijke vragen vanwege vermeende gezondheidsrisico’s.
Hieronder hun raadsvragen (Questions) voorafgegaan door hun inleiding. Zodra we de antwoorden (Answers) van het college hebben, plaatsen we die (zoals altijd) ook in zijn geheel in de reacties hieronder.
Op 16 augustus jl. ontvingen wij via de Griffie een brief (pdf) van mijnheer en mevrouw Rouwette. In hun brief – met hun woorden – vragen zij om per direct te stoppen met strooien van `afval op de voetbalvelden’.
Wij hebben begrip voor de zorgen van ouders voor de gezondheid van (jonge) voetbal spelende kinderen. In 2017 heeft veel onderzoek plaatsgevonden, waaruit is gebleken dat er geen gezondheidsrisico’s zijn. Maar vanuit gevoel en gezond verstand geredeneerd, begrijpen wij de brief. Simpel gesteld: het is aangetoond dat er geen risico’s zijn, maar er zijn gezondere alternatieve denkbaar dan hergebruikte autobanden of met de correcte naam: SBR rubbergranulaat.
Wij zijn op de hoogte van het feit dat de voetbal club SV Brandevoort een enquête heeft gehouden onder haar leden. De club heeft zorgvuldig opgehaald hoe er over kunstgrasvelden met SBR rubbergranulaat wordt gedacht. Complimenten aan het bestuur voor dit initiatief. Uit de enquête bleek dat het merendeel van de ouders akkoord was.
Dat er bij een aantal ouders toch zorgen zijn, vinden wij begrijpelijk, zeker ook omdat de gevolgen van het spelen op kunstgrasvelden met SBR rubbergranulaat voor ouders duidelijk zijn: op de velden wordt het snel (te) heet, de velden gaan stinken, de korrels belanden met regenwater in het riool en kinderen hebben zwarte knieën, die met moeite moeten worden schoon geschrobd.
We weten uit onderzoek van het RIVM uit 2018 dat rubber granulaat milieu belastend is. De zware metalen uit autobanden kunnen weglekken. Op basis van gezond verstand schuurt het om jonge kinderen op milieu belastend materiaal te laten spelen. Of zoals in de eerder genoemde brief wordt verwoord: er wordt gespeeld op afval.
Voor een college dat duurzaam en groen hoog in haar vaandel heeft, moet dit argument zwaar wegen. Er zijn ondertussen alternatieven beschikbaar, zoals EPDM rubbergranulaat. Dit zijn nieuw gemaakte kunststofkorrels, die voldoen aan de norm voor speelgoed. Ook wordt er volop geëxperimenteerd met kunstgrasvelden zonder instrooi.
Het CDA vraag het college daarom het volgende:
- Vindt het college het na het onderzoek van de RIVM ult 2018 nog acceptabel om het niet duurzame en milieubelastende SBR rubbergranulaat te blijven gebruiken, terwijl er alternatieven beschikbaar zijn, zoals EPDM rubbergranulaat of kunstgrasvelden zonder instrooi?
- Is het college bereid om bij SV Brandevoort SBR en bij Stiphout Vooruit het SBR rubbergranulaat te vervangen door EPDM rubbergranulaat?
- Is het college bekend met de Iandelijke discussie over kunstgrasvelden in relatie tot de kwaliteit van de voetbalsport? En zo ja, is dit een onderwerp van gesprek met de besturen van de Helmondse voetbalsportverenigingen?