Het waterschap onderzoekt de visstand
Sinds 1 september tot halverwege oktober onderzoekt waterschap Aa en Maas de visstand in onder andere de Goorloop en de Aa vanaf Helmond. Per type water (sloot of stromend water) bepalen de onderzoekers of de visstand gezond en natuurlijk is. De resultaten van het onderzoek worden in de eerste maanden van volgend jaar verwacht.
Zij beoordelen de waterkwaliteit op basis van de hoeveelheid en diversiteit aan waterplanten, waterinsecten en vissen in het water. De resultaten gebruiken zij voor de rapportage in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water. Daarnaast kunnen de onderzoeksresultaten aanleiding zijn om maatregelen te nemen om de waterkwaliteit te verbeteren. Maatregelen zijn bijvoorbeeld het aanleggen van natuurvriendelijke oevers als paai- of opgroeiplaatsen voor jonge vissen of het aanleggen van vispassages. Het visstandonderzoek herhalen ze elke 6 jaar.
Tijdens het onderzoek besteden de onderzoekers veel zorg aan het welzijn van de vissen. Nadat de vissen gevangen zijn, gaan ze in kuipen met water en bepalen de onderzoekers de soort en de lengte. Vervolgens zetten ze de vissen weer terug in het water.
Afhankelijk van de diepte en breedte van het water, vangen de onderzoekers de vissen met een zegen of een elektrovisapparaat. Een zegen is een groot net dat met de hand door het water wordt getrokken. Bij elektrovissen worden de vissen licht verdoofd met stroom. Vervolgens vangen de onderzoekers ze met een schepnet. Deze laatste methode gebruiken de onderzoekers alleen in de ondiepe (oever)zone.
Dit onderzoek wordt bewust in het najaar uitgevoerd. Dan is de kans op vissterfte klein, omdat de watertemperatuur dan niet te hoog is en het zuurstofgehalte niet te laag. Door de droogte en het warme weer van afgelopen zomer heeft het waterschap al in juli alle werkzaamheden, dus ook visonderzoeken, in alle watergangen stopgezet. Vanaf september starten deze weer. Warm zomerweer komt steeds vaker voor, dus er wordt nagedacht om de periodes voor visonderzoek structureel aan te passen. Ook investeert het waterschap in onderzoeksmethodes waarbij vissen helemaal niet meer gevangen hoeven te worden. Bijvoorbeeld bij het nemen van DNA-monsters in het water, camera’s en elektronische vistellers bij vispassages.