De sociale functie van een hondenveldje
In mijn buurt zijn we gezegend met een uitlaatveldje. Eigenlijk twéé. Eentje waar de vierpotertjes aan de lijn moeten blijven en eentje waar ze heerlijk los kunnen dollen. Een hekwerk zorgt dat dit speelterrein veilig blijft en de gemeente houdt het schoon. Over dit veldje gaat mijn verhaal.
Wie een hond heeft, moet er minstens drie keer per dag uit. Net als elk ander levend wezen wil Fikkie met enige regelmaat lossen wat hij tot zich heeft genomen. Een natuurlijk proces waarbij het hondenveldje uitkomst biedt. Het is er zelfs voor aangelegd. Als baasje wacht je dan braaf totdat het karwei is geklaard. Omdat ook een hond behoefte heeft aan sociale contacten duurt het wachten soms wat langer. En dan sta je daar samen met andere hondenmensen. Op zulke momenten ontstaat een gesprek. Het begint wat aarzelend met neutrale opmerkingen over het beestje. Hoe schattig die is of hoe oud en of het een mannetje of een vrouwtje is. Als dit soort gesprekken – die nergens over gaan – met enige regelmaat plaatsvinden, verandert de inhoud vanzelf naar meer serieuze onderwerpen. Via veilige thema’s als het weer, de vakantie of andere maatschappelijk geaccepteerde topics, groeien de gesprekken in de loop der tijd uit naar meer persoonlijke uitingen. Die kunnen over van alles gaan: over de ergernis van het voorbij scheurende verkeer (de maximumsnelheid is bij het veldje 30 kilometer), de aanbiedingen in de supermarkt, de voordelen van zonnepanelen, het evenement dat binnenkort in het centrum plaatsvindt en natuurlijk de lokale politiek. Er wordt heel wat gedeeld! Wat in werksituaties rond de koffieautomaat of kopieerapparaat gebeurt, ontstaat bij ons op straat.
Hoeveel kwispelstaarten van ‘ons veldje’ gebruikmaken, weet ik niet precies. Tijdens zo’n uitlaatgesprekje met collega hondenbezitters hebben we er minstens 50 kunnen noemen. En ze komen allemaal meerdere keren per dag. Langzaam en zeker is er een vaste kern ontstaan van huisdieren en eigenaren waarin men elkaar kent. Dat maakt de gesprekken soms persoonlijk; soms ook niet. De mensen maken daar zelf een keuze in. Ik wil zeker niet beweren dat er een hechte gemeenschap rond de uitlaatplek is ontstaan. Toch lijkt het soms die kant op te gaan. We zijn deze zomer collectief geraakt door het dodelijk ongeluk dat het vrouwtje van een grote vierpoter is overkomen. We leven mee met de baasjes die lijden aan een chronische ziekte en daar steeds meer last van ondervinden. Er wordt gelachen om de rode kat die altijd miauwend meegaat wanneer haar huisgenoot – de hond – wordt uitgelaten. Felicitaties worden uitgewisseld als er een kind is geboren. Want ook dat gebeurt in onze setting. En wanneer de jonge moeder stralend van geluk met haar baby verschijnt, ontstaat er een opstootje van belangstellenden rond de kinderwagen.
Met enige regelmaat zien we nieuwe combinaties verschijnen. Oude hondjes gaan dood, puppy’s komen in hun plaats. En iedereen leeft daarin mee. Af en toen komt er een onbekende hond met een onbekende baas naar onze uitlaatplaats. Als dat nodig is, krijgt hij of zij op een vriendelijke manier aanwijzingen over het gedrag en de eigenschappen van onze beestjes. Een vreemde gast in de roedel is altijd oppassen en dat voorkomt een hoop ruzie tussen mens en dier. Wie zich aanpast, zich gedraagt en rekening houdt met de andere gebruikers is altijd welkom. Deze ongeschreven regel werkt prima. De sfeer rondom ‘ons veldje’ getuigt van een sociale betrokkenheid die mensen met elkaar delen. Zo maar, spontaan ontstaan omdat we een hondje hebben.
Hanneke Hegeman