Celstraf voor aanranding en mishandeling
De rechtbank Oost-Brabant in Den Bosch veroordeelde vandaag een 37-jarige man uit Helmond voor aanranding en mishandeling. De verdachte krijgt een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan negen maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar.
De verdachte trok in januari 2012 een vrouw in Eindhoven ’s nachts van haar fiets en pakte haar bij haar borsten en het kruis. Toen de vrouw zich verzette sloeg hij haar in het gezicht.
Vrijspraak poging verkrachting en belaging
Volgens de officier van justitie heeft hij de vrouw ook geprobeerd te verkrachten. Dit wordt uit de bewijsmiddelen onvoldoende duidelijk, vindt de rechtbank. De vrouw weet zich namelijk niet te herinneren hoe haar panty en buitenste onderbroek zijn beschadigd, maar wel dat ze zich heeft verzet tegen haar belager. De rechtbank vindt dat hierdoor de mogelijkheid openblijft dat de verdachte het slachtoffer alleen wilde aanranden. De rechtbank spreekt hem daarom vrij van de ten laste gelegde poging tot verkrachting.
De verdachte zou volgens de officier van justitie van augustus 2011 tot en met april 2012 ook een andere vrouw hebben lastiggevallen. Hij stond meerdere keren voor haar woning in Veldhoven, bonkte op haar ramen en riep haar. Ook schreef de verdachte brieven, stuurde hij talloze sms’jes en belde hij vaak naar de vrouw en familieleden en kennissen van haar. Uit verklaringen van de vrouw, diverse getuigen en van de verdachte blijkt echter dat de vrouw zelf ook contact is blijven zoeken met de man. Dit is ook duidelijk geworden uit het onderzochte dataverkeer. Daarom kan de rechtbank niet vaststellen dat het voor de verdachte duidelijk was dat de vrouw zijn pogingen om met haar in contact te komen niet op prijs stelde. De ten laste gelegde belaging is daarom niet wettig en overtuigend bewezen.
De officier van justitie eiste twee weken geleden tbs met dwangverpleging voor de ten laste gelegde poging tot verkrachting en belaging. De rechtbank acht uitsluitend de subsidiair tenlastegelegde aanranding bewezen. Verder vindt de rechtbank onvoldoende steun in de deskundigenrapporten voor het opleggen van tbs. Wel is vastgesteld dat de verdachte zwakbegaafd is. Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat de man zich schuldig maakte aan aanranding, waarmee hij een grote inbreuk maakte op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer. Hij tastte haar lichamelijke integriteit ernstig aan. Bovendien is de verdachte in 2004 voor soortgelijke feiten veroordeeld. Daarom vindt de rechtbank een gevangenisstraf passend. Een deel daarvan legt de rechtbank voorwaardelijk op, om te voorkomen dat de verdachte opnieuw strafbare feiten pleegt. Daarnaast stelt de rechtbank als bijzondere voorwaarden dat hij zich voor een langere periode onder begeleiding en onder zicht van de reclassering stelt. Ook moet de verdachte het slachtoffer een schadevergoeding betalen van 740 euro.
De volledige uitspraak van de rechtbank