Q&A over de Taskforce Brabant
Namens de VVD-fractie stelde Cor van der Burgt schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders over de Taskforce Brabant.
Hieronder zijn 7 vragen (Questions), zodra de antwoorden (Answers) van het college bekend zijn, plaatsen we die ook in zijn geheel in de reacties.
Omroep Brabant berichtte op 22 april over het (dis)functioneren van de Taskforce Brabant. Dit kwam aan het licht door het uitlekken van een vertrouwelijk verslag van een topoverleg in december 2014.
In dit overleg zou onder meer door de burgemeester van Tilburg gesteld zijn dat de Taskforce te weinig resultaten boekt en andere ambities zou moeten hebben. Tevens zou er sprake zijn van een informatiegebrek binnen de instanties. Zo heeft de Politiechef geen inzicht in de werkzaamheden van de recherche. En, hij weet dus niet wat wel en niet opgepakt is door de recherche. Daarnaast zou de Politiechef zich ook niet kunnen vinden in de werkwijze en ambities van de Taskforce. Hij is immers van mening dat wietkwekerijen opgerold dienen te worden, terwijl het aanpakken van de zware criminaliteit de hoofddoelstelling is van de Taskforce.
Een en ander lijkt dus niet met elkaar te corresponderen. Het niet boeken van resultaten van de Taskforce en onduidelijkheid binnen de instanties over de werkwijze en doelstellingen van de Taskforce dragen niet bij aan een veiliger Brabant. Immers, voor een veilig Brabant is het noodzakelijk dat alle neuzen dezelfde kant opstaan.
Het uitgelekte verslag en de berichtgeving daaromtrent zorgen voor vraagtekens bij de effectiviteit van de Taskforce. Het kan toch niet zo zijn dat criminelen niet aangepakt worden door intern gerommel bij de handhavende instanties. Vandaar dat de VVD fractie de volgende vragen heeft:
- Deelt het college de opvatting van de Tilburgse burgemeester Noordanus dat de Taskforce niet optimaal functioneert?
- Welke acties zijn er sinds december 2014 ingezet om de problemen binnen de Taskforce op te lossen?
- Uit het verslag blijkt dat de onderlinge communicatie tussen de instanties onvoldoende zou zijn, waardoor de Politiechef het gevoel heeft onvoldoende inzicht te hebben. Herkent het college de klacht van de politiechef?
- De politie schijnt het gevoel te hebben dat ze vastlopen door een gebrek aan informatie. In Brabant is het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC) het informatieknooppunt tussen de verschillende instanties. Hoe beoordeeld het college de samenwerking tussen de Taskforce en het RIEC?
- De provincie heeft afgelopen jaar 1,8 miljoen euro geïnvesteerd in de Taskforce. Volgens Omroep Brabant is dit geld terecht gekomen bij het RIEC, terwijl de steden van de B5 het geld liever naar de gemeenten hadden zien gaan. Welk standpunt heeft het college in deze ingenomen en waarom?
- Er schijnt een tegenstelling te zijn in ambitie en prioriteiten tussen de politie enerzijds en de gemeenten anderzijds. De politie zou meer wietkwekerijen op willen rollen, terwijl de gemeenten de georganiseerde criminaliteit breder willen aanpakken. Herkent het college dit verschil in ambitie? Zet het college ook in op meer prioriteit voor het verbreden van de aanpak van georganiseerde criminaliteit?
- Is het college bereid de gemeenteraad op korte termijn uitgebreid te informeren over de situatie bij de Taskforce, inclusief de inzet die het college pleegt om de problemen op te lossen?
3 reacties:
Vreemd,dat vragen over een materie die een groot deel van deze regio in een verlammende greep houdt,geen enkele reactie losmaakt.
Dat is heel logisch, Eric.
Er is een heel oud spreekwoord, slapende honden niet wakker maken.
Voorafgaand op de beantwoording van bovenstaande vragen van de VVD, laat B&W het volgende weten:
Antwoord: Burgemeester Noordanus heeft in reactie op de berichtgeving van Omroep Brabant aangegeven dat de resultaten van de Taskforce goed zijn, dat het een grote opdracht betreft die om veel samenwerking en inspanning vraagt en dat dit soms tot spanningen leidt. Dat beeld onderschrijven wij. Voor 2014 wordt gemeld dat door de partners in Brabant en Zeeland 71 criminele samenwerkingsverbanden zijn aangepakt. In 2013 waren dit er voor heel Brabant en Zeeland nog 21. Ook zijn er in Brabant en Zeeland in 2014 (tot en met 23 oktober 2014) 34 labs opgerold. Verder legde de rechter in 2014 in Brabant en Zeeland voor een bedrag van € 31 miljoen aan ontnemingsmaatregelen op (2013: € 15 miljoen). Ook blijkt uit een inventarisatie door de Taskforce dat bij 24 van de 80 gemeenten in 2014 118 drugspanden (op basis van artikel 13b van de Opiumwet) zijn gesloten en het Bibob-instrument 691 keer is ingezet.
Antwoord: De conclusie die wordt getrokken over problemen in de Taskforce is aan de redacteur van het artikel van Omroep Brabant.
Antwoord: Zoals gezegd beschikt het college niet over het genoemde verslag. Wij herkennen ons niet in het door Omroep Brabant geschetste beeld.
Antwoord: Het college beoordeelt de samenwerking tussen de Taskforce BZ, het RIEC en ook de andere partners (zoals politie, Belastingdienst, ministerie van veiligheid en justitie en OM) als constructief. Samen ondersteunen RIEC en Taskforce BZ de gemeenten in Brabant en Zeeland in het versterken van hun bestuurlijke weerbaarheid en zij bevorderen de informatie-uitwisseling en samenwerking tussen alle handhavingspartners. In de aanpak van/optreden tegen de ondermijnende criminaliteit zijn de handhavingspartners overigens zelf verantwoordelijk voor hun aandeel.
Antwoord: De provincie, de gemeenten, het RIEC en de Taskforce werken allemaal samen. Van belang is dat ieders financiële bijdrage en personele inzet wordt benut voor de gezamenlijke doelstelling, de aanpak van de ondermijnende criminaliteit. Iedere partner heeft daarvoor bevoegdheden en mogelijkheden in preventieve (voorkomen) en in repressieve (straffen) zin. De uitdaging is om deze samen –met oog voor elkaars mogelijkheden- gericht toe te passen en als een goed raderwerk te gaan laten functioneren. De Taskforce fungeert als een tijdelijk vliegwiel en stopt in 2016. Het RIEC vormt een blijvende organisatie die de partners, en dus ook de gemeenten, in deze ontwikkeling en nieuwe denk- en werkwijzen ondersteunt en is van ons allemaal. De rol en uitdaging van de lokale overheid is vooral om criminelen niet te faciliteren, bijv. door het verlenen van vergunningen en van subsidies, of door het niet- handhaven van regels, door het voorkomen van medewerking aan witwasconstructies en het bewaken van de eigen integriteit. Tegenstellingen tussen het RIEC en de gemeenten zijn niet aan de orde en al evenmin productief.
Antwoord: Opnieuw, er is geen tegenstelling: in Helmond worden onder gemeentelijke regie door het Helmonds Interventieteam jaarlijks tientallen kwekerijen opgerold: in 2014 56 en in 2015 tot op heden 23. Het college is van mening dat de aanpak van hennepteelt belangrijk is, ook voor de (brand)veiligheid van onze inwoners. Daarnaast zet de gemeente samen met de handhavingspartners ook in op vele andere zaken waarin mono- of multidisciplinaire handhaving noodzakelijk is. Ook in de gemeente Helmond en de Peelgemeenten vraagt deze ontwikkeling om vergroting van de awareness en intensivering van beleid en uitvoering.
Antwoord: In de Kadernota Integrale Veiligheid die uw raad op 3 maart 2015 heeft vastgesteld, staan uitgangspunten rondom het tegengaan van de ondermijnende criminaliteit beschreven. Wij zullen het op het ondermijningsbeeld gebaseerde plan van aanpak in het najaar aan de commissie Bestuur en Economie presenteren. We zullen daarbij dan ook de directeur van de Taskforce en een vertegenwoordiger van het RIEC uitnodigen.