5reacties

Bewoner mag voorlopig in drugspand blijven

De voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant heeft vandaag bepaald dat de woning van een man uit Helmond voorlopig niet gesloten mag worden.
In de woning werden in september 2015 onder meer een hennepkwekerij, 1536 gram natte henneptoppen die te drogen lagen en een Uzi met geluiddemper en 32 patronen aangetroffen. Burgemeester Elly Blanksma bepaalde op 8 augustus dat de woning vanaf 16 augustus voor 3 maanden gesloten moest worden. Daarop maakte de bewoner bezwaar bij de burgemeester en stapte naar de rechter.
Volgens de bewoner gaat het sluiten van de woning voorbij aan het doel van de sluiting, namelijk herstel van de gewenste situatie. Het besluit om de woning te sluiten is bijna 11 maanden na het aantreffen van de drugs genomen en in die periode zijn er geen drugs meer aangetroffen in de woning. Blanksma geeft aan dat zij niet eerder de sluitingsprocedure kon opstarten, omdat dat het strafrechtelijk onderzoek zou kruisen en de bestuurlijke rapportage pas in juni 2016 gereed was.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester er rekening mee had moeten houden dat tussen het aantreffen van de softdrugs en het opstellen van de bestuurlijke rapportage een periode van 8,5 maand zat en dat niet gebleken is van nieuwe overtredingen van de Opiumwet. Dat zij de bestuurlijke rapportage na lange tijd van de politie heeft ontvangen, is voor rekening en risico van de burgemeester. De burgemeester moet dit tijdsverloop in de bezwaarfase bij haar heroverweging betrekken. Omdat het voor de bewoner van evident belang is om in de woning te blijven en omdat een woningsluiting onomkeerbaar is, wijst de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening toe. Dit betekent dat de burgemeester opnieuw een beslissing moet nemen op het bezwaar van de bewoner en dat de bewoner in ieder geval tot die tijd in zijn woning mag blijven.