Het echtpaar heeft een Chinees restaurant in Helmond en had tussen oktober 2011 en november 2012 een Chinese man in dienst als frituurkok. Hij woonde boven het restaurant. Het echtpaar beperkte de man aanzienlijk in zijn keuzevrijheid, zo werd elke avond een alarminstallatie ingeschakeld waar hij de code niet van wist en kon hij niet beschikken over zijn eigen bankrekening waarop zijn inkomen werd gestort. Het bankpasje, de bankafschriften, zijn zorgpas en salarisstroken waren in bezit van de verdachten. Daarnaast werkte hij meer uren en kreeg hij minder loon dan vooraf contractueel was vastgelegd. Het echtpaar gebruikte het onderbetalen als drukmiddel om de man harder te laten werken.
De 45-jarige verdachte haalde, nadat de man in november 2012 stopte met werken, zo’n 11.000 euro van diens rekening en maakte dit over naar een familielid.
Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank onder meer mee dat het echtpaar misbruik maakte van de kwetsbare positie van hun werknemer en het overwicht dat zij over hem hadden. De werknemer werkte in een voor hem volkomen vreemd land, waarvan hij de taal en de cultuur niet kende. De rechtbank kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de verdachten hun gedrag beschouwen als gebruikelijk in Chinese restaurants in Nederland. Dit terwijl zij al lange tijd in Nederland wonen en de man hier is opgegroeid en hoog is opgeleid. Beiden wisten (of konden weten) wat in Nederland de arbeidsrechtelijke positie van vergelijkbare werknemers is. Anderzijds weegt mee dat er al enige tijd verstreken is en dat het Openbaar Ministerie pas na bijna 3 jaar de strafzaak bij de rechtbank heeft aangebracht.
Het Openbaar Ministerie eiste 2 weken geleden werkstraffen van 120 en 220 uur voor de 2 verdachten van mensenhandel en arbeidsuitbuiting. Daarbij voor beide een voorwaardelijke gevangenisstraffen van 6 maanden.
De volledige uitspraken van de rechtbank inzake de vrouw en de man.