10reacties

Man vrijgesproken van verkrachting in theehuis

De rechtbank Oost-Brabant heeft een 44-jarige Helmonder vrijgesproken van de vermeende verkrachting van een vrouw in een theehuis in zijn woonplaats.
De man ontmoette in januari vorig jaar ’s nachts rond half 2 een vrouw (31) in een café in Helmond. Ze raakten in gesprek en de man bood de vrouw een drankje aan. Vanuit dat café gingen ze even later rond 2.15 uur met z’n tweeën naar een theehuis in de buurt, waarvan hij een sleutel had.
De vrouw verklaarde dat zij in het theehuis op een bank is gaan zitten en dat de man haar begon te betasten. Ze zou toen hebben aangegeven dat hij moest stoppen en dat ze geen seks wilde. Vervolgens zou hij haar naar achteren hebben geduwd, iets over haar gezicht met daarin iets scherps hebben gedaan waarmee hij haar gezicht bekraste en haar op haar oog hebben geslagen. Volgens de vrouw zou ze daarna zijn verkracht. Om 3.15 uur verlaten zij gezamenlijk het theehuis. Omstreeks 3.40 uur komt zij op het politiebureau aan de Traverse en vertelt daar verkracht te zijn.
De officier van justitie vindt dat hiervoor voldoende bewijs is en eiste vorige maand ter zitting 3,5 jaar celstraf (waarvan 6 maanden voorwaardelijk). De man ontkent niet dat hij geslachtsgemeenschap met de vrouw heeft gehad, maar volgens hem zou dit niet onder dwang zijn gebeurd. Ook zou hij geen geweld hebben gebruikt.
In zedenzaken ligt de bewijslast vaak gecompliceerd omdat veelal sprake is van een 1 op 1 situatie waarbij geen andere personen aanwezig zijn geweest. Om tot een bewezenverklaring van de tenlastegelegde verkrachting te kunnen komen moet de rechtbank beoordelen of er voldoende objectieve aanknopingspunten zijn die de verklaring van de vrouw ondersteunen. De rechtbank oordeelt dat deze er in dit geval onvoldoende zijn. Bij de vrouw is onder andere geen letsel aan het oog geconstateerd en ze heeft op essentiële punten een weinig gedetailleerde verklaring afgelegd. Uitlatingen die de man die nacht heeft gedaan kunnen ook zijn lezing ondersteunen dat er sprake was van een vrijwillig seksueel contact. Alles afwegende kan de rechtbank niet met voldoende zekerheid vaststellen (zoals nodig is voor een bewezenverklaring) dat de man de vrouw heeft gedwongen tot het ondergaan van seksuele handelingen. De man wordt daarom vrijgesproken van de tenlastegelegde verkrachting.