2018: Lucas Gasseljaar in Helmond
De Helmondse schilder Lucas Gassel wordt in 2018 herdacht met een tentoonstelling van zijn werk in Museum Helmond. Het is dan 450 jaar geleden dat deze kunstenaar overleed. Tijdens de officiële heropening van het kasteel zaterdag maakte burgemeester Elly Blanksma bekend dat de gemeente komend jaar bekijkt hoe zij deze bijzondere tentoonstelling gaat ondersteunen.
De tentoonstelling gaat onderdeel uitmaken van het Lucas Gasseljaar in Helmond. Het initiatief voor dit speciale jaar komt van Helmonders Wim Raaijmakers en Ger Jacobs. Zo wordt er onder andere gewerkt aan een boek en onderzoeken zij welke activiteiten er in 2018 georganiseerd kunnen worden.
Lucas Gassel werd tussen 1490 en 1500 geboren in Helmond. Hij stamde uit een familie van bemiddelde textielhandelaren. Zijn grootvader vervulde de functie van schout. Op 21-jarige leeftijd vertrok Gassel naar Antwerpen. Vanaf circa 1536 woonde en werkte hij in Brussel. Daar overleed hij omstreeks 1568.
Het oeuvre van Gassel omvat voornamelijk landschappen met Bijbelse scènes. Ook zijn enkele tekeningen van hem bekend en een aantal prenten naar zijn tekeningen. Gassel wordt gerekend tot de Zuid-Nederlandse school. Zijn werk heeft een mooie plaats binnen de ontwikkeling die de landschapsschilderkunst in de 16e eeuw in de Zuidelijke Nederlanden doormaakt onder invloed van de Renaissance. Zo laat de gemeente in haar persbericht weten. In de Binnenstad is de naar hem genoemde Lucas Gasselstraat.
Museum Helmond is in het bezit van enkele werken van of naar Gassel. 14 Jaar geleden had het museum de tentoonstelling ‘Heiligen, ruiters en andere figuren’ waarin het werk van deze Helmondse schilder centraal stond.
In de reacties hieronder staan updates.
4 reacties:
Update 1:
De werkgroep die het boek Lucas Gassel gaat realiseren krijgt van de gemeente een incidentele subsidie van 7000 euro. Dat heeft B&W vorige week besloten.
Het gaat het er dit jaar niet van komen en volgend jaar ook niet: 2020 (wel een mooi, rond getal en hendig te onthauwe) wordt het Lucas Gasseljaar. Bruiklenen kostten niet alleen veel geld, maar ook veel tijd. Maar ja, het is kunst voor de eeuwigheid
Update 2:
De financiële contouren van het Lucas Gasseljaar
Zoals stadshistoricus Giel van Hooff hierboven in januari al meldde, is het Lucas Gasseljaar niet in 2018, het jaar dat deze kunstenaar 450 jaar geleden overleed. B&W laat nu weten dat zijn feestjaar in het najaar van 2019 en in 2020 wordt gevierd. Op dit moment wordt er voor het Lucas Gasseljaar een programma samengesteld met activiteiten die Helmonders en bezoekers uit binnen- en buitenland meenemen naar de tijd waarin hij leefde en werkte.
Centraal staat een overzichtstentoonstelling over zijn leven en werk. Voor het eerst wordt er een grote selectie getoond van zijn werk en daarmee een uitgebreid beeld van Helmond in de 15e en begin 16e eeuw. Zijn schilderijen, tekeningen en prenten die zich bevinden bij toonaangevende musea over de hele wereld (in steden als Madrid, New York, Parijs en Wenen) worden dan voor 1 keer bijeen gebracht in Museum Helmond. Het wordt de grootste tentoonstelling uit hun bestaan. Om dat mogelijk te maken besloot de gemeenteraad in november al 200.000 euro beschikbaar te stellen.
Naast het al eerder genoemde boek (door kunsthistoricus Ger Jacobs en de historicus Hans van de Laarschot) en de tentoonstelling, is het ook de bedoeling dat het Lucas Gasseljaar een jaar wordt met een uitgebreid cultureel historisch programma door de hele stad. Onder regie van de Stichting Lucas Gassel Helmond worden inwoners, onderwijsinstellingen, verenigingen, ondernemers en culturele instellingen in de stad nadrukkelijk betrokken bij de organisatie van het Lucas Gasseljaar. Een paar maanden geleden liet B&W weten dat de stichting in totaal een budget van zo’n 1 miljoen euro nodig denkt te hebben voor alle activiteiten.
In nauwe samenwerking met het museum en Helmond Marketing gaat de stichting sponsors, fondsen en subsidies proberen te werven. Om de Gassel-activiteiten in de hele stad mogelijk te maken, heeft B&W nu besloten om de stichting daarvoor maximaal 200.000 euro toe te kennen. Dit onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat voor elke euro die de gemeente ter beschikking stelt, de stichting minimaal eenzelfde bedrag inbrengt.
Voor de organisatiekosten van de stichting (waaronder een aan te stellen programmamanager) heeft B&W vorige maand een subsidie van 70.000 euro toegekend.
Ik vind het veel subsidie voor een kunstenaar die maar weinig Helmonders kennen denk ik. Dat wordt geen publiekstrekker.