28reacties

Maráczi: Zelfreinigende gemeenteraad?!

Het vertrouwen in de politiek heeft inmiddels een dieptepunt bereikt. De tijden zijn veranderd, vanuit de maatschappij komt steeds meer verzet tegen de gevestigde orde.
De oude-jongens-krentenbroodsfeer wordt anno 2015, terecht, niet meer geaccepteerd.
Vanzelfsprekend komen hierdoor ook vaker nevenfuncties van raadsleden in opspraak.

Alle reden, zou ik zeggen, om de nevenfuncties eens flink onder de loep te nemen. Maar voor velen blijkt het nog altijd een gevoelig punt waar toch een taboesfeer omheen hangt. Het kan gevoeld worden als een persoonlijke aanval, als een beschuldiging.
Maar als onderdeel van een gewenst integer gemeentebestuur zou ook hier de discussie over gevoerd moeten worden. Niet in een verwijtende sfeer maar dat raadsleden, partijen eens goed naar zichzelf kijken, of laten kijken en daaruit zelf conclusies trekken.

In de Gemeentewet is vastgelegd dat de gemeenteraad een gedragscode integriteit voor bestuurders dient vast te stellen. De gedragscode is bedoeld voor adequate regelgeving maar ook om aandacht te vragen van raads- en collegeleden voor aspecten van integriteit. Op de naleving van gedragscodes is men aanspreekbaar. Het niet naleven hiervan kan gevolgen hebben voor het functioneren en de positie van een raads- en collegelid.
De huidige gedragscode voor de gemeenteraad is in 2011 door de Minister van BZK aangeboden en op 6 september 2011 als raadsbesluit (pdf) vastgesteld.

Bij punt 2.7 staat te lezen:
Een raadslid vervult geen nevenfuncties die een structureel risico vormen voor een integere invulling van de politieke functie.
Maar hoe pakt dit in de praktijk uit? Wie of wat bepaalt wanneer een nevenfunctie een structureel risico vormt?

Bij wet is het niet verboden om als raadslid nevenfuncties te bekleden. Het is wel verplicht om voor benoeming tot raadslid deze functies openbaar te maken.
Een raadslid kan afzien van besluitvorming en stemming als zijn/haar onafhankelijke besluitvorming (of de schijn daarvan) in het geding komt. Maar een raadslid kan nooit verboden worden om te stemmen, het stemrecht is een gewaarborgd recht. Het betrokken lid beslist te allen tijde zelf of hij al of niet aan de besluitvorming deelneemt.
In de handleiding integriteit van politiek ambtsdragers bij gemeenten, provincies en waterschappen worden enkele goede aanbevelingen gedaan:

  1. Zorg voor een overzicht van alle relevante financiële belangen van politiek ambtsdragers.
  2. Houd een actueel, openbaar register bij met de nevenfuncties van alle politiek ambtsdragers, inclusief de q.q.-functies.
  3. Publiceer het ‘nevenfunctieregister’ op de website van de gemeente, provincie of het waterschap en leg de nevenfuncties ter inzage. Vermeld daarbij in elk geval:
    a. wat de nevenfunctie inhoudt;
    b. voor welke organisatie deze wordt verricht;
    c. wat ongeveer het tijdsbeslag is;
    d. of het wel of geen q.q.-nevenfunctie is;
    e. of de nevenfunctie bezoldigd of onbezoldigd is.
  4. Maak afspraken over hoe te handelen in:
    a. situaties dat persoonlijke belangen de onafhankelijke oordeelsvorming in de weg kunnen staan;
    b. situaties die de schijn van onzuivere oordeelsvorming kunnen oproepen.

Deze aanbevelingen zouden een mooi uitgangspunt kunnen zijn om hierover als gemeenteraad in gesprek te gaan.
Hierbij terugkomend op de vraag wie of wat bepaalt wanneer een nevenfunctie een structureel risico vormt? Kunnen wij daar als gemeenteraad afspraken over maken, durven wij elkaar zo nodig aan te spreken? De meningen over wat wenselijk en acceptabel is zullen in de raad gegarandeerd verdeeld zijn, maar volgens mij kunnen we anno 2015 deze discussie niet meer uit de weg gaan.

Lonneke Maráczi
Raadslid SP