18reacties

Blom inzake ’t Speelhuis: hoe nu verder?

Abel Blom, de zoon van architect Piet Blom, stuurde vandaag een brief aan alle leden van de gemeenteraad. Hieronder in het geheel zijn brief die hij het onderwerp “Help ’t Speelhuis uit de brand” meegaf.

Analyse:
Mijn angst dat de bruikbare restanten (de complete buitenring kubussen als onderdeel van ’t Speelhuis) snel gesloopt zullen worden en er pas dan plannen voor het vervolg gemaakt worden is gegrond gebleken.
De reden deze contour intact te willen houden is om op termijn de eenheid tussen “het gewone (wonen) en het bijzondere (theater o.i.d.)” terug te kunnen bouwen en dit – in dit stadium – als één van de opties overeind te houden.
Gisteren, na de bespreking met Herman Kieft (oorspronkelijk constructeur) en specialisten van de gemeente Helmond, blijkt dat over de vraag “welke onderdelen absoluut gesloopt zouden moeten worden” nauwelijks discussie bestaat. Wel over de vraag welke conclusies hieraan verbonden zouden moeten/kunnen worden.
Conclusie:
De conclusie van Kieft en Blom is dat, als je als gemeente het totale complex de waardering toekent die het historisch gezien verdient, het technisch zeer goed mogelijk is op basis van de restanten samen met de aanwezige woningen opnieuw een theater – voldoend aan de eisen van deze tijd – als één complex te laten herrijzen.
De gemeente Helmond vindt dit op basis van financiële aspecten geen reële optie en denkt dat sloop op korte termijn de enige optie is.
Op de terugweg van Helmond naar Amstelveen realiseerde ik mij dat “de slag om de restanten” geen doel op zich mag worden en dat de vraag “hoe nu verder” veel belangrijker is.
Vervolg:
Het oorspronkelijk plan voorzag in een ontmoetingscentrum in het hart van Helmond.
Piet Blom koppelde hieraan de voor hem onlosmakelijk functie “wonen” en smeedde uit beide delen één geheel.
Nu het “ontmoeten” verloren is gegaan en de 18 resterende woningen in een bos van niets achterblijven, is de vraag “hoe leven in het hart van Helmond terug te brengen”.
Deze vraag staat nu centraal en zal in samenwerking met betrokkenen, belanghebbenden en geïnteresseerden beantwoord moeten worden.