Ook van mij een welgemeend proficiat! Giel had in tegenstelling tot andere historici van gemeentewege belangstelling voor het enige onderdeel van de Helmondse geschiedenis dat echt interessant is, het industriële verleden. Wel vond ik zijn benadering te links en te schematisch: arbeiders waren immer de dupe en fabrikanten oitboiters van nature. In mijn ogen vormt Helmond juist een gunstige uitzondering op de barre verhoudingen die elders bestonden. Toch kon ik zijn publicaties waarderen. Er sprak een vrij zeldzame liefde voor industriële techniek uit, en een sympathiek trekje was dat hij eigenlijk in het voetspoor van zijn vader trad. Ja, hij was een vaderskindje. Zijn vader was een vakbondsman en Giel keek op dezelfde manier naar de werkelijkheid als hij. Ik begreep dit overigens pas nadat ik bij mezelf hetzelfde had geconstateerd (mijn vader was een bankman). Intussen leed de kwaliteit van zijn werk beslist niet onder zijn bias. Hij was ook onbekrompen. Mij heeft hij vaak van advies gediend ondanks onze verschillende visies. Waar ik ook wel bewondering voor heb is dat hij zich heeft weten te handhaven in het gesubsidieerde Helmondse circuit. Dat de gemeente subsidies verstrekt is natuurlijk prachtig, maar een nadeel ervan is dat daarmee allerlei middelmatige lieden in het zadel worden geholpen die zichzelf profileren ten koste van anderen. Bij Giel was geen sprake van middelmatigheid. Dit leidt meteen tot de vraag: komt er een opvolger voor hem? Of heeft hij een mooie onderscheiding gekregen om het instituut stadshistoricus klinkend uit te luiden?