13reacties

Open brief van Lucy aan de oppositie

Beste dames en heren van de Helmondse oppositie,

Gezien uw prestaties de afgelopen maanden voel ik mij genoodzaakt u tot de orde te roepen. U presteert namelijk niet(s).

Zoals een enkeling van u wellicht weet komt het woord oppositie (vermoedelijk via een Franse omweg (ruikt u de guillotine al?)) voort uit het Latijnse “oppositiō” dat vertaald kan worden met ‘verzet, tegenstand’, en daarvan afgeleid ook het werkwoord “oppōnere “: zich verzetten tegen, zich opstellen tegen’. Let wel: werk(!)woord.

Nu zijn er meerdere manieren van verzetten, dat begrijp ik. Het jezelf verzetten tegen het nastaren van mannelijk of vrouwelijk voorbij paraderend schoon op een zwoele zomeravond zal over het algemeen iets minder voeten in de aarde hebben dan het jezelf verzetten tegen de zoveelste poging van de SP om je maandelijkse toelage te verlagen. Gezond eigenbelang is niemand vreemd, dus dat laatste is u vergeven. U weet dus wel hoe het zou moeten.

Bij verzet is belangrijk om te weten wie de ‘vijand’ is. En hoewel de Helmondse arena in Boscotondo dit onderscheid fysiek niet maakt (u zit gebroederlijk naast elkander) ga ik er vooralsnog vanuit dat u goed weet tegen wie u zich moet opstellen: dat groepje mensen waar u elke maand naar mag kijken en de meeklappende meute onder uw naasten.

Wetende wie de vijand is, en wat je taak is, resteert dus enkel: de uitvoering. En daar schort het toch wel heel erg aan.

Les 1 uit het handboek “Hoe bestrijd ik de vijand” is: organiseer uzelf. Zoek een leider, vorm een strategie en ga aan de slag. Vraag 1: Wie is eigenlijk de oppositieleider? Ik heb hem of haar nog niet kunnen vinden. Er is niemand die – mét visie, mét kennis van zaken en met enig gevoel voor decorum – het voortouw neemt in uw strijd. De paar ‘wapenfeiten’ die we hebben gezien (vergeefse of zinloze vragen van D66, een slecht geïnformeerd Seniorengroepje, intern kansloos verdeeld Helder Helmond I en II.) zijn als propjes papier uit een blaaspijp: leuk voor een klein kind, maar op geen enkele wijze indrukwekkend voor de grote meneren en mevrouwen. De rest kijkt ernaar en zwijgt.

Ronduit genant was trouwens de euforie na de mededeling van het Groentje Links van Financiën dat jullie mochten meedenken met de begroting: dat is <cencuur ivm vloekwoord> jullie werk! Jullie horen te bepalen wat er gebeurt, en dat College hoort vervolgens naar jullie pijpen te dansen. En niet andersom!

Les 2 uit hetzelfde handboek: verdeel en heers. Zaai tweespalt bij de vijand en de spreekwoordelijke bom zal vanzelf barsten. En de munitie hiervoor ligt voor het oprapen! De SP en VVD samen in de coalitie, kippetje eitje: twee geloven op 1 kussen, daar slaapt de duivel tussen. Dus daar liggen kansen. Over de duivel gesproken, het CDA is van oudsher een partij die niet vies is van wat onderlinge broedermoord en achterkamertjeswerk: breek het open en stimuleer hier en daar een ontevreden (want gepasseerd voor het wethouderspluche) raadslid en je zult zien: de messen zullen daar intern vanzelf geslepen worden. Van GroenLinks hoeven jullie net als in de voorgaande 4 jaren niets te verwachten, en het duo Theo en Berry dient enkel ter vermaak: meer dan stiekem om hen lachen is eenvoudigweg verspilde energie.

Ook inhoudelijk liggen er met de Ruit, de (jeugd)zorg en een stadion voor Helmond Sport voldoende kansen om de boel binnen de coalitie eens goed op scherp te zetten.

Dus, dames en heren van de oppositie, verleg de focus van gerommel in de marge (gratis trouwen, een rondje auto’s langs Berkendonk of het uitzenden van jullie maandelijkse borrelpraat is nu niet echt dat je zegt het serieuze werk dat de coalitie bang maakt. Nuttig wellicht voor een enkeling, maar ook niet meer dan dat) en ga doen waarvoor je maandelijks iets van 1500 euro ontvangt: oppositie voeren! En Nogmaals: dat is een werkwoord.

Vanaf ‘n benkske:
Lucy d’Uylenspiegel

PS En voor de paar gelukkigen onder u die ook zendtijd krijgen op dit schitterende Weblog: als mensen u vragen stellen als reactie op uw schrijfsels: wees dan zo beleefd om deze ook te beantwoorden. Namens die mensen: bedankt.