Op 25-09-1944 werden we bevrijd
Maandag 25 september 1944 was heel Helmond bevrijd van de Duitsers die zaterdag 11 mei 1940 waren binnengevallen. Het westen van de stad werd 3 dagen eerder al bevrijd. Doordat de bruggen en sluizen over het kanaal opgeblazen of onklaar waren gemaakt, was dat deel even gescheiden van de rest van Helmond.
Het oostelijk deel moest tot 25 september wachten op de Engelse bevrijders. Die kwamen niet over het kanaal binnen, maar via de Molenstraat (vanuit de richting Deurne). De Duitsers bleken de stad al te hebben verlaten. Op de filmpjes en foto’s hieronder zie je hoe de bevrijders in de Molenstraat enthousiast onthaald worden door vele Helmonders waaronder de paters, dames en politieagenten.
12 reacties:
Het valt me op dat in de Kluisstraat de vlaggen zijn opgehangen maar in de rest van de stad niet. heeft dit een redenen?
Op 25 september is Helmond 75 jaar bevrijd!
Vandaag precies 75 jaar geleden was heel Helmond bevrijd van de Duitsers.
Mooi die bevrijding respect voor de soldaten gr marijke antoon
Opdat wij nooit vergeten……
Lang leven de vrijheid
Dat we nooit mogen vergeten wie ons bevrijd heeft
Gedeeld met mijn vader van 90 jaar ben benieuwd naar zijn reacties en herinneringen
Bedankt voor de info!
Wat is er eigenlijk met de N.S.B groep uit helmond gebeurd na de bevreiding, is er iets bekend hierover?
Hieronder enige alinea’s van wat ik mij persoonlijk herinner van de bevrijding van Helmond-West in september 1944.
Bevrijding van Helmond-West
Van de oorlog ervoeren wij als kinderen die eerste jaren niet veel anders dan de regelmatig terugkerende belofte van ons vader, hoe mooi alles zou worden als die maar eens afgelopen zou zijn. Het was zwaar verboden door de Duitse bezettingsmacht, maar hij had een radio op de kop getikt. Die stond aanvankelijk gewoon in de huiskamer, maar later luisterden wij met en bij de buren op zolder. Daar hebben wij vaak ‘s avonds tussen gekraak, gepiep, en ruis naar Radio Oranje op de BBC geluisterd. Dat herkenningssignaal boem, boem, boemboem vergeet je nooit meer.
De sterkste clandestiene herinnering was die van de invasie in Normandië. Daarna berichten van het front en vooral van het front met de Russen, het Oostfront. Door ons vader gevolgd en aan mij uitgelegd op een oude Bosatlas. Super spannend, en aldus voorbereid op de dingen die komen moesten.
De eigenlijke bevrijding van Helmond West (een paar dagen voor 25 september ’44) ging met echte knallen gepaard. Die hebben we samen met andere buren in de kelder van ons huis beleefd. Hoeveel dagen en nachten dat waren weet ik niet meer, maar de prachtige fluit-geluiden van overvliegende granaten en de daaropvolgende dreunen vergeet je ook nooit meer.
En toen stonden we ineens met een stelletje buren op de hoek van de straat te kijken naar iemand die een grote rood-wit-blauwe vlag horizontaal hield en naar de volwassenen die allen een hand op die vlaggenstok gelegd hadden. Met tranen in hun ogen en trillende stemmen, stonden zij het Wilhelmus te zingen.
Midden in deze voorstelling kwam er een mannetje in een zwart soort uniform hijgend aanrennen (een voorloper van de latere BB, Bescherming Bevolking?) die in grote paniek luid bleef roepen dat we terug in onze kelders moesten, want de oorlog was nog lang niet afgelopen. Enige tijd later hebben we, stiekem door het raam kijkend, de eerste Engelse pantserwagen langzaam en voorzichtig rijdend in de Julianalaan voorbij zien komen. Niks takkenbossen als camouflage zoals bij het Duitse wapentuig: lange antennes en kistjes met groente zaten erop en een soldaat met baret en een stengun losjes in de hand stak er bovenuit. Voor een achtjarig knaapje de droom van zijn leven!
Daarmee was de oorlog inderdaad nog lang niet afgelopen, die zou nog zeven maanden duren, maar wij waren ‘bevrijd’. Het leven in die vrijheid werd gekruid door de Engelse tankdivisie die bij ons in de buurt werd ingekwartierd: de soldaten bij de mensen thuis, de tanks, pantserwagens en jeeps op straat pal voor de huizen, dus ook voor het onze. Op het pleintje werd een hoofdkwartier met grote tenten ingericht, aan de tanks werd voortdurend gewerkt en gelast, pal voor ons raam met uitzicht op al dat moois.
Maar van die Duitsers waren we nog niet af: Ze hebben dat Engelse hoofdkwartier op het pleintje voor ons huis gebombardeerd. In de Nassaustraat hebben splinterbommen dodelijke slachtoffers gemaakt, het huis in de Willemstraat tegenover de Nassaustraat was totaal vernietigd,
het huis rechts ernaast had geen zijgevel meer, en bij ons in de Julianalaan (Frederiklaan geheten toentertijd) lagen letterlijk alle ruiten eruit en waren alle sponningen van ramen en deuren aan de voorkant van het huis versplinterd en ontzet. De kamer boven aan de voorkant van ons huis was de slaapkamer van mijn zusje en mij. Dankzij verwacht bezoek mochten we later naar bed. Hadden we in onze bedden gelegen, dan zouden we beslist getrakteerd zijn geweest op de bomscherven die diepe brandsporen in onze matrassen geboord hadden.
Twee van de drie grote dennenbomen op het pleintje stonden in lichterlaaie, en je hoorde vreselijk gekreun en geschreeuw. De oorlog was eindelijk aangekomen.
Overigens staat de derde dennenboom die dit alles overleefd heeft nog steeds op een hoek van dat pleintje, het is intussen een enorme reus. Een prachtig gedenkteken aan een vergeten stukje tweede wereldoorlog.
Rob Lensink (1936)
@Rob Lensink op dinsdag 26 september 2023 om 12:51:
Wat een tijd en wat heb jij dat prachtig beschreven. ❤