Helmondse Helden: Sjef van Wel
Je bent je halve leven kwijt aan het ontmaskeren van andermans hypocrisie en onzin. Daarom is het weleens prettig wanneer iemand zichzelf ontmaskert, hoewel dat tegelijkertijd pijn doet, alsof je hem liever hoger had ingeschat.
Sjef van Wel (1881 – 1957) was ontegenzeggelijk een getalenteerd man. Zijn vader dreef een bakkerswinkel in de Heistraat, waar de algehele stemming tegen het establishment gekant was. Vader van Wel onderscheidde zich doordat hij zijn gezin juist hogerop trachtte te brengen. Hij stuurde Sjef naar een broederinternaat om onderwijzer te worden, een opleiding die weliswaar niets kostte maar het gezin een kinderloon scheelde. Gelukkig was de opleiding aan de jongen besteed; hij zou uiteindelijk een middelbare acte Economie behalen.
Al tijdens zijn studie raakte Sjef verzeild in de jonge katholieke arbeidersbeweging, die ook de ontplooiing van haar leden ter hand nam. Idealisme was toen: je niet elk weekend bezatten, wat in de Heistraat de gangbare liefhebberij was. Eerst bij de geheelonthouders, vervolgens bij de toneelvereniging leerde Sjef zich creatief te uiten. Hij werd redacteur en zelfs hoofdredacteur van de plaatselijke krant Het Nieuws van de Week. Zijn definitieve ontsnapping naar een ander milieu bewerkstelligde hij door met een meisje Noten te trouwen, wier vader hem het startkapitaal bezorgde voor een ijzerwarenwinkel op de Markt en een drukkerij in de Molenstraat. Toch zou Sjef zijn herkomst nooit verloochenen. In zijn kolommen nam hij voortdurend sociale misstanden op de hak, met gedegen analyses maar ook met schelmerij, waardoor hij waarschijnlijk zijn krant weer kwijtraakte.
Via een speciaal Arbeiders Verkiezingscomité binnen de katholieke kieskring bereikte hij dat in 1911 de eerste arbeider in de gemeenteraad werd gekozen; het jaar daarop kwam hij er ook zelf in. Politieke behendigheid en bravoure werden zijn handelsmerk. Zo keerde hij zich met een spotschrift tegen de aanstaande benoeming van een nieuwe burgemeester, om kort erna met diezelfde burgemeester samen te spannen tegen een hem onwelgevallige wethouder, te weten Piet de Wit, de legendarische fabrikant van het Peapark. Sjef mocht na deze coupe ook diens vacante stoel innemen, waaraan hij onmiddellijk vastplakte.
Buiten de raad profileerde Sjef zich als voorzitter van de woningbouwvereniging Volksbelang en als redactielid van het fameuze blad De nieuwe eeuw, een creatie van stadgenoot Gerard Hendriks die Helmond gedurende een aantal jaren tot een trefpunt van de katholieke intelligentsia maakte. Sjef was in dit gezelschap ‘een soort roomschen Multatuli’, die de rechten van ‘kleine menschjes’ verdedigde.
Zelf kon hij zich inmiddels een landgoed in Mierlo-Hout veroorloven, waar hij de basis legde voor de eerste tennisclub van de stad. Voor een goed begrip: tennis was toen iets als paardenpolo nu. Volgens de berichten kleedde hij zich ook als een dandy, met gele schoenen onder een groen pak. Politiek zat hij evenwel nog stevig in het zadel. Tijdens de verkiezingscampagne van 1919 wist hij vijftienhonderd mensen met een urenlange toespraak te boeien. Als een ware volksmenner betoogde hij dat zijn tegenstanders binnen de katholieke zuil hem wel voor links hielden, maar als hij werkelijk zo links was, hoe lang zouden de hoge heren dan nog veilig in hun villa’s wonen?
Na bijna twintig jaar raakte het publiek op hem uitgekeken. Wie in die tijd als sociaal politicus te boek wilde staan diende spaarzaam en rechtschapen te leven, en Sjef deed dat met zijn landgoed en eeuwige gemanipuleer niet. Nadat hij zijn wethouderschap moest inleveren gebeurde er iets met hem. Hij had zijn opkomst te danken aan de democratie en het kapitalisme en keerde zich nu tegen beide. Hij werd nationaal-socialist – weg dandyisme, weg vrijdenkerij. Hij koos bovendien voor de meest antisemitische partij die in Nederland actief was: Zwart Front. Namens die partij deed hij mee aan de Tweede Kamerverkiezingen en behaalde welgeteld achttien stemmen.
Een complete afgang.
Sjef zou zich na de oorlog enigszins revancheren met zijn autobiografie De zingende vink. Dat is misschien wel het beste boek over Helmond, al is het tegenwoordig louter antiquarisch te verkrijgen.
Jef de Jager
3 reacties:
Omdat iemand mij hierover speciaal belde, voel ik mij verleid tot een aanvulling. Veel stadgenoten verkeren blijkbaar in de mening dat de onderhavige held eigenlijk ‘Jos van Wel’ heet. Maar dat is een fout die is ingebracht door historici en journalisten. In Helmond was zijn roepnaam onmiskenbaar Sjef, met volle instemming van hemzelf. Als schrijver presenteerde hij zich echter als ‘Jos.’, een afkorting van Josephus. Veel Sjefs deden dit, allicht omdat Sjef iets te regionaal klinkt. Een historicus – ik vermoed dat het de huidige stadshistoricus is geweest – zal daarop uit onwetendheid hebben gedacht dat zijn naam daadwerkelijk Jos-zonder-puntje luidde en dat is een eigen leven gaan leiden. Zelfs enkele kleinkinderen van Sjef die ik onlangs sprak, hadden het abusievelijk al over hun opa als Jos-zonder-puntje.
Ik vind het een mooi verhaal! Ik vond Jef vanmiddag Wel een flamboyante man en heb respect voor de manier waarop hij stelling nam tegen de aanleg van de “luchtbrug”.
ha jef de jager
leuk , hoor, over mijn grootvader sjef,met giel correspondeer ik vaak over hem
onder het motto sjefke forever.
weet je, alvorens ik een je een goed jaar wenste, wanneer hij met anne marie noten trouwde. Zij was de kracht achter de ijzerwinkel – interessant dat haar vader het startkapitaal geeft .de notens had een heel kleine stalhouderij, bij mijnweten en anne marie werd met haar twaalf jaar koetsier