De rechtbank Oost-Brabant heeft een 21-jarige Helmonder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden. Hij bedreigde medewerkers van zijn voormalige middelbare school, probeerde in te breken in een woning, mishandelde zijn ex-vriendin, beet een politieagent, verzette zich tegen zijn aanhouding en belemmerde de aanhouding van een andere verdachte.
De man ging in januari 2015 naar zijn voormalige school in Helmond (welke school dat is weten we niet) en bedreigde daar een docent en een leidinggevende. Hij dreigde onder meer met: “Ik steek je lek”, “Ik maak je kapot, ik weet je te vinden” en “Ik maak jullie allemaal af”. In oktober van dat jaar probeerde hij samen met een ander in te breken in een woning in zijn woonplaats. Ze werden betrapt door de politie toen ze de voordeur aan het openbreken waren. Datzelfde jaar mishandelde hij zijn ex-vriendin (15) door haar in het gezicht te slaan en haar te schoppen.
In juni 2017 belemmerde de verdachte de politie bij haar werk. Hij probeerde te voorkomen dat een andere verdachte werd aangehouden. Toen agenten hem daarvoor wilden aanhouden, sloeg de verdachte wild om zich heen en beet een agent in zijn arm.
De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij een hele reeks delicten heeft gepleegd. Het gaat veelal om strafbare feiten die een inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers. Met name de bedreigingen van het schoolpersoneel, de poging tot inbraak en de mishandelingen van zijn ex-vriendin en een agent hebben gevoelens van onrust, angst en onveiligheid bij de verschillende slachtoffers veroorzaakt. Verder weegt mee dat de verdachte eerder voor verschillende delicten (waaronder een geweldsdelict) is veroordeeld.
De rechtbank maakt zich zorgen over de Helmonder. Het gaat om een 21-jarige jongeman die zich keer op keer misdraagt. Alle justitiële interventies hebben vooralsnog niet kunnen voorkomen dat hij steeds verder afglijdt in crimineel gedrag en niet terugschrikt voor het toepassen van geweld of het dreigen daarmee. De rechtbank betreurt in dit kader dat de verdachte (ondanks een eerdere toezegging aan de rechtbank tijdens een eerdere zitting in deze zaak) niet heeft meegewerkt aan het opmaken van een rapport door de reclassering. Gelet op de houding van de verdachte en de hoeveelheid en ernst van de feiten, is de rechtbank van oordeel dat in dit geval slechts een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plek is. Een taakstraf of een voorwaardelijke gevangenisstraf acht de rechtbank een gepasseerd station. De officier van justitie had een gevangenisstraf geëist voor de duur van 8 maanden en 2 weken, met aftrek van de tijd die hij reeds in voorarrest doorbracht.
Naast de celstraf moet de verdachte nog een eerder voorwaardelijk opgelegde werkstraf van 40 uur verrichten.

De volledige uitspraak van de rechtbank.