De rechtbank Oost-Brabant heeft een 28-jarige man uit Helmond veroordeeld tot zes maanden celstraf, waarvan drie maanden voorwaardelijk voor bedreiging en medeplegen van zware mishandeling van een taxichauffeur. De verdachte moet het slachtoffer een schadevergoeding betalen van 1918 euro.
De verdachte kreeg in december vorig jaar in Helmond ruzie in het verkeer met een taxichauffeur. Hij volgde het slachtoffer naar diens standplaats. Daar ontstond een woordenwisseling, waarbij de verdachte zich gediscrimineerd voelde en vervolgens het slachtoffer met een schilmesje bedreigde. De taxichauffeur ging hierop het bedrijf binnen. Een kwartier later stond de verdachte met drie anderen voor de deur. Toen de taxichauffeur de deur opende werd hij geslagen en geschopt. De man hield een gebroken rib en een geperforeerde en ingeklapte long over aan de mishandeling.
Volgens de rechtbank is niet gebleken dat de verdachte van plan was de taxichauffeur te gaan mishandelen. Hij zou met de andere mannen verhaal gaan halen en de taxichauffeur bang gaan maken. De rechtbank spreekt de verdachte daarom vrij van voorbedachten rade en legt een lagere straf op dan de officier van justitie eiste. Het is niet komen vast te staan dat de verdachte zelf heeft geslagen of geschopt maar de verdachte heeft wel bewust, nauw en volledig samengewerkt met de andere mannen. Ook heeft de verdachte zich niet gedistantieerd van het geweld. De rechtbank veroordeelt de verdachte voor het medeplegen van de zware mishandeling.
Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat de bedreigingen en het geweld grote indruk hebben gemaakt op het slachtoffer. Hij kan niet meer op zijn zij liggen, niet meer duiken, heeft enge dromen en het hele gebeuren speelt nog steeds in zijn hoofd.
De drie medeverdachten worden waarschijnlijk nog vervolgd.