Q&A: PGB-toekenning aan mantelzorgers
Lonneke Maráczi van de SP stelde gisteren schriftelijke vragen aan B&W over hun toekenning van PersoonsGebonden Budgetten (PGB) aan mantelzorgers. Vandaag hieronder haar 5 vragen (Questions) voorafgegaan door haar volledige inleiding. Zodra wij de antwoorden (Answers) van B&W (het college) hebben, plaatsen we die ook volledig in de reacties hieronder.
Op 5 juni jl. zond het televisieprogramma De Monitor een uitzending uit over mantelzorg. In deze uitzending werd gesteld dat gemeenten zich niet aan de wet houden voor wat betreft de toekenning van een PGB budget aan mantelzorgers met alle schrijnende voorbeelden van dien. Een citaat uit deze uitzending:
De rechter heeft daar twee dingen over gezegd. Ten eerste: mantelzorg is altijd vrijwillig en kan niet afgedwongen worden. Verder is het zo dat ouders verantwoordelijk zijn voor hulp aan kinderen, maar op het moment dat de zorg zo omvangrijk is dat ze het niet meer kunnen bolwerken, dat daar een vergoeding tegenover moet staan.
In de verordeningen Maatschappelijke ondersteuning en Jeughulp van Helmond zijn er beleidsregels opgesteld voor het PGB waarbij het college de nadere regels kan vaststellen. Dat brengt ons tot de volgende vragen.
- Is het college met ons van mening dat de schrijnende voorbeelden zoals deze te zien waren in bovenstaande genoemde uitzending ten alle tijden voorkomen moeten worden?
- Is het college met ons van mening dat de toekenning van een PGB aan mantelzorgers maatwerk is waarbij de menselijke maat voorop moet staan?
- Deelt het college onze mening dat er door mantelzorg in plaats van professionele hulp voornamelijk voor kinderen meer zekerheid en continuïteit ontstaat waardoor er rust en regelmaat ontstaat?
- Is het college met ons van mening dat als een mantelzorger de benodigde zorg geeft in plaats van dat uit te besteden aan een externe hulpverlener zichzelf hiervoor uit een PGB moet kunnen uitbetalen
- Mantelzorgers die intensieve zorg leveren, mogen volgens ons niet de dupe worden van de bezuinigingen op de zorg waarbij zij professionele hulp gratis vervangen.
In de Jeugdwet en in de Wmo 2015 is de term ‘bovengebruikelijke zorg’ niet opgenomen. Gemeenten kunnen gebruik maken van het protocol Gebruikelijke Zorg van het CIZ waarin deze terminologie wel wordt gebruikt, maar zijn dit niet verplicht. Maakt de gemeente Helmond gebruik van dit protocol? Zo nee, is het college bereidt dit protocol te gaan hanteren?
Hieronder in een reactie een update.
1 reactie:
De volledige antwoorden van B&W op de bovenstaande raadsvragen van de SP.
Antwoord: Schrijnende situaties moeten inderdaad worden voorkomen.
Antwoord: Bij de toekenning van pgb’s vanuit de uitvoeringsorganisatie Zorg en Ondersteuning wordt maatwerk geboden.
Antwoord: Mits er voldoende aandacht is voor de draagkracht van de mantelzorger(s) in relatie tot de draaglast delen we deze mening. Bij de toekenning van een pgb kijken we bovendien naar doeltreffendheid en veiligheid van een pgb. Het gaat dan om kwaliteit van dienstverlening. Er kunnen uit optiek van kwaliteit redenen zijn om geen pgb te verstrekken aan cliënt waarbij mantelzorger/familielid optreedt als dienstverlener. Er kunnen situaties zijn dat de cliënt juist gebaat is bij inzet door een professionele dienstverlener. Ook die toets maken we en daarbij kijken we naar de individuele situatie.
Antwoord: Dit is afhankelijk van de soort en omvang van de zorg. Gebruikelijke hulp is de hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten. Het gaat hierbij om een evenwicht tussen draagkracht en draaglast. Bij noodzakelijke bovengebruikelijke hulp kan sprake zijn van een indicatie voor zorg op basis van een PGB aan de mantelzorger. Hierop past de uitvoeringsorganisatie maatwerk toe.
In de Jeugdwet en in de Wmo 2015 is de term ‘bovengebruikelijke zorg’ niet opgenomen. Gemeenten kunnen gebruik maken van het protocol Gebruikelijke Zorg van het CIZ waarin deze terminologie wel wordt gebruikt, maar zijn dit niet verplicht. Maakt de gemeente Helmond gebruik van dit protocol? Zo nee, is het college bereidt dit protocol te gaan hanteren?
Antwoord: De term ‘bovengebruikelijke zorg’ wordt binnen de uitvoeringsorganisatie niet gebruikt bij de uitvoering van Wmo 2015 en Jeugdwet. Daar wordt bewust en expliciet afstand van genomen. Ook het protocol van het CIZ wordt niet gehanteerd. In plaats daarvan hebben is door de uitvoeringsorganisatie dit jaar – voor Wmo en Jeugdwet gezamenlijk – een afwegingskader gebruikelijke hulp opgemaakt (zie pdf-bijlage). Dit kader is door de Peelwethouders vastgesteld. In dat afwegingskader is een aantal goede elementen uit het CIZ-protocol overgenomen. De term ‘bovengebruikelijke zorg’ (zoals gehanteerd onder AWBZ) herbergt het risico in zich dat in het indicatieproces voor wat betreft het bepalen van gemeentelijke inzet (verstrekken voorziening, ook qua omvang) een vergelijk wordt gemaakt tussen de zorgbehoevende persoon en een vergelijkbaar persoon zonder zorgbehoefte, terwijl dat niet de toets is die moet worden gemaakt. De toets zoals de uitvoeringsorganisatie die maakt in het kader van de Wmo en Jeugdwet, betreft een redelijkheidstoets en dat gaat verder dan de vraag of geboden ondersteuning als ‘normaal’ of ‘gangbaar’ betiteld kan worden.