Van der Zanden: Vrijwilliger 2.0
Wie kent ze niet, de VRIJWILLIGER? Ongetwijfeld kennen we allemaal in onze familie- of vriendenkring wel een of meerdere mensen die vrijwilligerswerk doen. Kenmerken van deze vrijwilligers: betrokken bijna gepassioneerd, geïnteresseerd, altijd aanwezig, voor dag en dauw klaar voor de ‘zaak’, kortom…bijna professioneel bezig.
Sinds jaar en dag heeft onze maatschappij veel voordelen gehad van deze grote groep mensen. Waar even wat extra’s moest worden geleverd, net dat beetje meer om iets te maken tot wat het moest zijn, konden organisaties, instellingen en verenigingen terugvallen op vrijwilligers. Kortom een garantie voor gemeenschapszin en, eerlijk is eerlijk, vaak en in veel gevallen een uitkomst voor de opdrachtgever.
De laatste tijd bereiken mij signalen waaruit ik niets anders kan afleiden dan dat het steeds moeilijker wordt vrijwilligers te vinden. Ik zie activiteiten en taken die in het verleden zonder onderbreking werden uitgevoerd door vrijwilligers, vaker afgelast worden en soms zelf helemaal niet meer plaatsvinden.
Een slechte ontwikkeling. Zeker omdat veel vrijwilligerswerkzaamheden traditioneel plaatsvinden binnen het maatschappelijke en culturele vlak. Taken van onze overheid die tegelijkertijd onevenredig hard worden getroffen door de golf van bezuinigingen die op dit moment over ons heen komt.
Diezelfde overheid heeft dit heel goed in de gaten en realiseert zich drommels goed wat dit voor veel initiatieven kan betekenen. Immers, bedoeld of onbedoeld, hebben veel vrijwilligerswerkzaamheden de afgelopen jaren de plaats ingenomen van reguliere arbeidsplaatsen. Afname van vrijwilligers vormt voor een aantal van die instellingen en organisaties een reële dreiging voor het voortbestaan van die activiteiten.
Omdat onze overheid zich dit terdege beseft probeert ze te anticiperen op de tekorten die links en rechts ontstaan. En, zoals zo vaak wanneer alleen de financiële aspecten overheersen en het daadwerkelijke doel niet meer lijkt te tellen, dreigt ze daarin door te slaan.
Onze overheid probeert op creatieve manieren groepen mensen uit onze samenleving verplicht vrijwilligerswerk te laten doen. Een nieuw fenomeen doet in toenemende mate zijn intrede: de vrijwilliger met het ‘rugzakje’.
Daarbij lijkt onze samenleving zo snel te veranderen dat er op termijn nauwelijks nog tijd over lijkt te zijn voor vrijwilligerswerk. Wat als we straks meerdere baantjes nodig hebben om rond te komen? Heb je dan nog tijd over?
Steeds minder lijken de oorspronkelijke eigenschappen van de vrijwilliger van betekenis te zijn en lijkt enkel het resultaat, de invulling van de vrijwilligersvacature te tellen. De snelheid waarmee de ‘nieuwe vrijwilliger’ zijn intrede doet lijkt ook geen pas te houden met de noodzakelijke aanpassingen in wet en regelgeving. We zijn bezig met het scheppen van meerdere categorieën van vrijwilligers en van gelijkschakeling is nog geen sprake.
Maar bovenal, passie en betrokkenheid laten zich niet verplichten!
2 reacties:
Eigenlijk lopen hier twee discussies door elkaar. De eerste is “Hoe krijgen we weer meer vrijwilligers” en de tweede is “Kun je mensen verplichten om vrijwilligerswerk te doen?” Om te beginnen met de tweede, daar zijn rechtszaken over geweest in het kader van de workfirst trajecten. Daarbij is gesteld dat er sprake moet zijn van een win-win situatie en niet van een eenzijdige verplichting. Er moet dus naast behoud van uitkering en het opdoen van werkervaring en werkroutine ook nog iets gedaan worden aan scholing of er moet een andere compensatie tegenover staan. De wet- en regelgeving is er dus al, het is alleen voor veel gemeenten aftasten geweest wat ze wel en niet mogen. Helaas wordt daarbij het win-win principe vaak veel te snel losgelaten en worden dit soort instumenten ingezet als een soort stok achter de deur of strafmaatregel.
Je poneert dat mensen die verplicht zijn om vrijwilligerswerk te doen niet gepassioneerd en betrokken zouden zijn. Dit vind ik nogal kort door de bocht. Over het algemeen zul je een mix zien van betrokken mensen en mensen die er met de pet naar gooien. In de praktijk gaan de betrokken mensen de wat ingewikkeldere taken op zich nemen, terwijl de “ongemotiveerden” hand en spandiensten zullen verrichten.
Maar wat ik hier vooral mis is de analyse WAAROM het aantal vrijwilligers afneemt en wat voor effect dat heeft. De individualisering van de maatschappij is gepaard gegaan met ontkerkelijking en ontzuiling. Met het loslaten van de traditionele groepsverbanden is ook de drang om iets voor “de groep” te doen afgenomen. Zonder daarover te willen oordelen heeft dat gewoon consequenties voor hoe er met vrijwilligers omgegaan moet worden en hoe je mensen moet benaderen om ze WEL actief te krijgen. Mensen zijn nog wel bereid om iets te doen voor de samenleving, maar zij willen dat veel liever op een ad hoc basis doen. Daar moet beter op ingespeeld worden.
Laten we het eens van de positieve kant bekijken:
Door de individualisering zijn mensen zonder groepsdwang de afweging gaan maken of zij wel of geen tijd willen steken in vrijwilligerswerk en wat zij dan willen doen. Daarnaast zijn we van mensen die iets ontvangen van de overheid in de vorm van een uitkering gaan vragen om daar iets voor terug te doen. Als de bijdrage die zij doen gelijk is aan wat zij ontvangen, dan is dat ook in hun eigen voordeel. Uitkeringen worden nu namelijk vaak als kostenpost gezien, met allerlei regeltjes en anti-fraude maatregelen als gevolg. Als het verschil tussen de kosten en de geleverde bijdrage nihil is, dan kan de controle ook afgeschaft worden. Het is dus niet alleen eerlijker, maar ook goedkoper en beter voor de samenleving. Ik heb wat dat betreft de enorme weerstand van de SP tegen dit soort regelingen nooit zo goed begrepen. Het “iedereen doet mee” principe is toch het levensbloed van jullie partij?
Vrijwilligerswerk wordt steeds belangrijker in onze samenleving, maar wordt vaak ook steeds minder gewaardeerd.
Ze werken vaak samen met “professionals”, maar ze mogen meestal niet mee beslissen over allerlei zaken. Velen worden wel ingezet maar niet gewaardeerd op wat ze waard zijn.
Vrijwilligers signaleren allerlei zaken door hun contacten met cliënten, die ze graag door willen geven. Ze willen ook graag toegerust worden om hun werk goed uit te kunnen voeren.
Mijn conclusies is daarom ook dat vrijwilligers vaak onderaan in de hiërarchie van een organisaties staan en daardoor voelen vrijwilligers zich vaak te weinig serieus genomen en ondergewaardeerd.
Dat is jammer want steeds meer vrijwilligers concentreren zich op hulpvragen die moeilijk of beter niet geprofessionaliseerd kunnen worden. Met andere woorden, deze vrijwilligers zijn hard nodig.
In de zorg b.v. zijn ze er allemaal wel van overtuigd dat de formele zorg niet zonder de inzet van informele zorg kan. Maar er blijkt nog veel te schorten aan goed onderling contact. Er is nog veel werk te verzetten om deze partijen daadwerkelijk met elkaar te verbinden en grenzen te verleggen om zo de stijgende zorgvraag het hoofd proberen te bieden.
Vrijwillig/verplichte inzet door uitkeringsgerechtigden. Mag je mensen met een uitkering verplichten om vrijwilligerswerk te doen? Deze discussie loopt al even.
Zijn ze wel gemotiveerd? Bij velen blijkt dat zij zeer toewijd zijn. Maar als zich betaald werk aandient, zijn ze wel weg. (zo moet het natuurlijk ook maar,)Dan heb je als coördinator vrijwilligerswerk het rooster net compleet en vertrekt er weer iemand.
Tot hoe ver reikt de capaciteit van een organisaties om al deze mensen een plek te bieden en op te vangen? Want inzet van vrijwilligers gaat niet vanzelf. Het vraagt om goede voorbereiding, uitvoering en begeleiding. En daar ontbreekt het vaak aan. Vaak is een organisatie niet voorzien in opvangen en begeleiden van vrijwilligers. Organisaties moeten daar zelfs geld voor vrijmaken. Door de bezuinigingen komt dit natuurlijk onder druk te staan.
En dan niet te vergeten de Maatschappelijke stage, die zich aan komen bieden. Verplicht voor school.
Het zou goed zijn (vind ik) als in heel Nederland de vrijwilligers 1 dag hun werk neer zouden leggen, om de niet vrijwilligers eens met de neus op de feiten te drukken hoeveel er door deze mensen gedaan wordt.
De Nederlandse vrijwilliger doet een bijdrage van +/- 5 % aan het BBP (bruto binnenlands product), dat is +/- €27 miljard. Deze, toch nog steeds ondergewaardeerde bezigheid, draagt toch zeer zeker wel z’n steentje bij aan de Nederlandse welvaart.