Van deze nieuwe visie op de Braak maken een nieuw stadion voor Helmond Sport, een verplaatsing van de velden en clubhuizen van (onder meer) de amateurclubs en een nieuwe locatie voor het Knippenbergcollege en de Praktijkschool deel uit. Hiermee zou een ‘Sportcampus’ ontstaan. In principe is de combinatie van een stadion en een scholengemeenschap, waarbij de accommodatie breed inzetbaar is en ook gebruikt kan worden door de scholengemeenschap, geen onlogisch voorstel. Hierdoor ontstaat mogelijk ook interactie tussen de gebruikers van de Braak. Volgens de scholengemeenschap en de stichting zouden scholieren gebruik kunnen maken van de sportvoorzieningen en stage kunnen lopen in het stadion. Maar de vraag die D66 zich stelt is, of het plan hiermee echt rendabel wordt?

Naar onze verwachting zal een nieuwe stadion pas echt rendabel worden als er meerdere huurders in het stadion worden gehuisvest. Dat was ook het probleem bij het eerdere voorstel om het stadion te verplaatsen naar Berkendonk. Niet voor niets zou er een megasupermarkt van 6.000 m² in het nieuwe stadion gehuisvest worden. Uit onderzoek bleek toen dat het zou leiden tot een grote verschuiving binnen de Helmondse supermarktsector, waarna het plan voor een nieuw stadion niet meer rendabel was en werd afgeblazen. Maar waar vind je extra huurders? Wanneer de scholengemeenschap wordt geïntegreerd in het nieuw te bouwen stadion, is sprake van een extra huurder waarmee de business case (mogelijk) sluitend gemaakt zou kunnen worden. Het is heel simpel, als een gebouw gedeeld kan worden door meerdere huurders dan worden de kosten voor de huurders automatisch lager. Met de visie zoals deze nu is gepresenteerd, dus het stadion en de school in twee losse gebouwen, is het maar de vraag of dit een haalbaar plan is.

Het is echter risicovol om een school te nadrukkelijk te verbinden met een profvoetbalclub. Uiteraard moet worden voorkomen dat de onderwijsactiviteiten in geding komen als het onverhoopt mis mocht gaan met betaald voetbal in Helmond. Ook moet door middel van goede contracten worden voorkomen, dat het onderhoud van het gehele park en het stadion uiteindelijk op het bordje van de scholengemeenschap komt te liggen. Tevens is D66 geen voorstander van het investeren van gemeenschapsgeld in een profvoetbalclub, wat overigens van de Europese Commissie ook niet mag in relatie tot de staatssteunregels. Toch kan de gemeente wel degelijk wat doen om een nieuw stadion mogelijk te maken. Denk hierbij aan het verbinden van de complexen van de amateur-voetbalverenigingen aan de profclub, het aanleggen van infrastructuur (wegen, parkeerplaatsen) en het verhuren van grond (zoals nu ook al het geval is).

Het college ziet in haar visie in ieder geval de meerwaarde van een betaald voetbal organisatie en geeft aan dat een upgrading/verplaatsing noodzakelijk is om het stadion toekomstbestendig te maken. De noodzaak van een nieuw stadion voor Helmond Sport ziet ook D66, want momenteel staat Helmond Sport qua begroting in het rechter rijtje van de eerste divisie, is een degradatieregeling op komst (waardoor profclubs kunnen degraderen naar het amateurvoetbal) en is er geen geld voor noodzakelijk onderhoud van het verouderde stadion. Een vernieuwing van het dak kan zelfs al niet meer gefinancierd worden. De doelstelling is dat een nieuw stadion meer supporters en sponsors zal aantrekken. Dit is noodzakelijk om Helmond Sport een duurzame toekomst als betaalde voetbal organisatie te laten hebben. Maar voordat een financieel houdbaar plan voor een nieuw stadion op tafel ligt hopen wij dat partijen ook iets meer buiten de bestaande kaders durven te denken en meerdere mogelijkheden zullen onderzoeken, zodat meer huurders/gebruikers in het stadion komen, daadwerkelijk sprake is van meer integratie van functies en van een levensvatbaar stadion. D66 heeft twijfels over de financiële haalbaarheid van het huidige plan, maar gunt Helmond een eigen betaald voetbal organisatie.

Gaby van den Waardenburg
Raadslid, D66 Helmond