Q&A Daklozenzorg
De SP stelde zojuist schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders over de daklozenzorg.
Vandaag plaatsen wij hieronder hun vragen (Questions) voorafgegaan door hun ietwat ingekorte inleiding. Later volgen de antwoorden (Answers) van het college. Zodra die bekend zijn, plaatsen we die antwoorden in zijn geheel in de reacties.
Op 29 mei besloot de gemeenteraad dat De Oversteek per 1 oktober 2012 werd gesloten. De volgens de wethouder kleine groep gebruikers zou voortaan worden opgevangen in het passantenverblijf van D’n Herd, dat door het bijplaatsen van 2 extra bedden hiervoor voldoende capaciteit heeft. Door voor elke cliënt een trajectplan op te stellen, zou de doorstroming naar dagbesteding, werk en (zelfstandig of begeleid) wonen in een sluitende aanpak zijn opgenomen.
Meerdere verzoeken van de SP en andere oppositiepartijen aan de wethouder om eerst aandacht te besteden aan betere (daklozen-)zorg alvorens over te gaan tot sluiting van De Oversteek zijn destijds van de hand gewezen. Opvallend detail was dat de gevraagde duidelijkheid over de omvang van de doelgroep door de wethouder niet gegeven werd. Desondanks wilde de wethouder de bezuiniging doorvoeren. Zij beloofde zich in te spannen voor integrale trajectplannen voor iedereen, gericht op dagbesteding, werk en (zelfstandig of begeleid) wonen. Een evaluatie zou volgen na 1 jaar.
Het schetst onze verbazing dat, amper 15 dagen na sluiting van De Oversteek, wethouder Margreet de Leeuw in het Eindhovens Dagblad al aangeeft niet tevreden te zijn over de daklozenzorg. Er heerst ontevredenheid over de samenwerking tussen de maatschappelijke partners en de kwaliteit van de trajectplannen. Opvallend is dat de wethouder niet weet hoeveel daklozen zich dagelijks melden bij het passantenverblijf en hoeveel er worden weggestuurd.
Voor de SP fractie roept dit de volgende vragen op:
- Wat zijn de doelstellingen die de gemeente Helmond met betrekking tot “daklozenzorg” samen met haar ketenpartners moet behalen?
- Wat zijn de specifieke verantwoordelijkheden die bij de ketenpartners zijn neergelegd en hoe ziet de wethouder erop toe dat deze worden nagekomen?
- Wat gaat er volgens de wethouder niet goed in de onderlinge samenwerking en hoe gaat de wethouder ervoor zorgen dat afspraken wel worden nagekomen?
- Moeten we uit de woorden van de wethouder in de krant van 16 oktober concluderen dat de ketenpartners hun werk niet goed doen, of worden ze door de wethouder niet in staat gesteld om hun werk goed te doen, zoals met zoveel woorden in de krant van 17 oktober valt te lezen?
- Wat verstaat de wethouder onder “betere zorg” en hoe gaat zij zorgen dat dit zoals zijzelf zegt “efficiënter en goedkoper” kan?
- Op welke manier gaat de wethouder bijhouden hoeveel mensen zich dagelijks melden bij het passantenverblijf van D’n Herd en om welke redenen mensen worden weggestuurd?
- Gaat de wethouder bijhouden waar daklozen die worden weggestuurd vervolgens verblijven?
- Volgens de SP moeten regels met betrekking tot verblijf, schorsing of weigering bij de maatschappelijke opvang inclusief passantenverblijf duidelijk worden gecommuniceerd. Is de wethouder het hiermee eens en hoe gaat zij hiervoor zorgen? Zo niet, waarom niet?
- Deelt de wethouder onze mening dat over de samenwerking en betere zorg nagedacht had moeten worden voor de bezuinigingsronde en sluiting van De Oversteek? Zo nee, waarom niet?
11 reacties:
Wacht vol spanning af, hoe mevr de Leeuw zich in deze kan verantwoorden zonder hierin beledigend of respectloos te zijn naar alle betrokken partijen.
De volledige antwoorden van het college van burgemeester en wethouders op de schriftelijke vragen van de SP over de daklozenzorg:
Vraag 1: Wat zijn de doelstellingen die de gemeente Helmond met betrekking tot “daklozenzorg” samen met haar ketenpartners moet behalen?
Antwoord: Deze staan verwoord in de nota ‘Doorontwikkeling Regionaal Kompas Peelregio 2012 beschreven. De ketenpartners moeten in 2012 voor alle feitelijk daklozen een integraal trajectplan opstellen. Het traject moet leiden tot zo zelfstandig mogelijke huisvesting, inkomen, redelijke gezondheid en arbeid/activering.
Vraag 2: Wat zijn de specifieke verantwoordelijkheden die bij de ketenpartners zijn neergelegd en hoe ziet de wethouder erop toe dat deze worden nagekomen?
Antwoord: De taken/rollen/verantwoordelijkheden van de ketenpartners zijn vastgelegd in het beleidsdocument ‘alle daklozen één plan en één traject’. De gemeentelijke sturing op dit resultaat vindt plaats middels de zogenaamde trajectplanbenadering dak- en thuislozen en is verwoord in het beleidsdocument ‘alle daklozen één plan en één traject’. De gemeentelijke trajectregisseur bijzondere doelgroepen ziet toe op naleving van de afspraken. De evaluatie van deze werkwijze is net afgerond en zal in november in de Stuurgroep Regionaal Kompas worden besproken met bestuurders en wethouders
uit de Peelregio.
Vraag 3: Wat gaat er volgens de wethouder niet goed in de onderlinge samenwerking en hoe gaat de wethouder ervoor zorgen dat afspraken wel worden nagekomen?
Antwoord: Samen met de instellingen zijn we bezig om de zorg effectiever en efficiënter te maken. We kijken “in elkaars keuken” en constateren dat er overlap zit. De noodzaak om zaken anders te doen wordt versneld ingezet door de bezuinigingsopdracht. Alle deelnemers zien mogelijkheden om het proces te verbeteren. Dat proces is dynamisch en vergt dat instellingen over hun eigen instellingsbelang heenkijken. Die bereidheid draagt ertoe bij dat verbeteringen zeker mogelijk zijn.
Vraag 4: Moeten we uit de woorden van de wethouder in de krant van 16 oktober concluderen dat de ketenpartners hun werk niet goed doen, of worden ze door de wethouder niet in staat gesteld om hun werk goed te doen, zoals met zoveel woorden in de krant van 17 oktober valt te lezen?
Antwoord: Het gaat er niet om dat organisaties hun werk niet goed doen maar dat we met z’n allen beseffen dat we ons werk deels anders moeten gaan doen. Hiervoor is in oktober een gezamenlijk traject gestart (gemeente & maatschappelijke kernpartners) dat in de 1ste helft 2013 tot vernieuwings- en verbetervoorstellen moet leiden. Ook de recente evaluatie van de trajectplanbenadering levert aanknopingspunten voor verbetering op: resultaten in de trajectplannen moeten SMART worden benoemd en er moet nog strakker gestuurd worden op vooruitgang, er wordt nog nauwelijks gebruik gemaakt van informele zorg/vrijwilligers, er is onvoldoende passend aanbod voor deze doelgroep als het gaat om werk/activering en er zijn nauwelijks sanctiemogelijkheden om ongemotiveerde klanten met drang/dwang in een traject te plaatsen. Ook met deze punten gaan we aan de slag.
Vraag 5: Wat verstaat de wethouder onder “betere zorg” en hoe gaat zij zorgen dat dit zoals zijzelf zegt “efficiënter en goedkoper” kan?
Antwoord: Van goede zorg is sprake als een klant middels een integraal traject zo snel mogelijk het einddoel bereikt: zo zelfstandig mogelijke huisvesting, zo licht mogelijke begeleiding en werk of een zinvolle dagbesteding. Dat lukt – om allerlei redenen – nog onvoldoende. Het hiervoor genoemde vernieuwingstraject moet de start zijn voor het opleveren van bouwstenen om deze doelstellingen, ook voor deze complexe multiprobleem doelgroep, te behalen. Geen gemakkelijke opgave maar een waar alle betrokkenen zich voor willen inzetten.
Vraag 6: Op welke manier gaat de wethouder bijhouden hoeveel mensen zich dagelijks melden bij het passantenverblijf van D’n Herd en om welke redenen mensen worden weggestuurd?
Antwoord: Deze gegevens worden periodiek door SMO aangeleverd.
Vraag 7: Gaat de wethouder bijhouden waar daklozen die worden weggestuurd vervolgens verblijven?
Antwoord: Daar waar het gaat om ‘reguliere gebruikers’ van het Passantenverblijf is bij professionals veelal bekend van welke alternatieve overnachtingsmogelijkheden zij gebruik maken. Incidentele klanten worden niet ‘gevolgd’ na afwijzing.
Vraag 8: Volgens de SP moeten regels met betrekking tot verblijf, schorsing of weigering bij de maatschappelijke opvang inclusief passantenverblijf duidelijk worden gecommuniceerd. Is de wethouder het hiermee eens en hoe gaat zij hiervoor zorgen? Zo niet, waarom niet?
Antwoord: De wethouder vindt het belangrijk dat gebruikers daar duidelijk over worden geïnformeerd. Dat gebeurt. De afzonderlijke woonvoorzieningen van SMO kennen ieder hun eigen, algemene toelatingscriteria. Deze worden getoetst gedurende de intake, die voor alle voorzieningen – m.u.v. het Passantenverblijf – loopt via de Centrale Intake van SMO. Bij uiteindelijke plaatsing tellen echter ook redenen van urgentie mee of contra-indicaties op basis van samenstelling van de
bewonersgroep.
Bewoners van een woonvoorziening – m.u.v. het Passantenverblijf – ondertekenen een overeenkomst en worden mondeling en schriftelijk geïnformeerd over de huisregels van de voorziening waar ze verblijven. Ook krijgen zij toelichting op de klachtenprocedure van SMO.
Het Passantenverblijf kent een andere instroom. Klanten komen niet via de Centrale Intake binnen maar melden zich ’s avonds bij de poort van de voorziening. T.a.v. toelating gelden criteria als aanspreekbaar zijn en agressierisico.
Vraag 9: Deelt de wethouder onze mening dat over de samenwerking en betere zorg nagedacht had moeten worden voor de bezuinigingsronde en sluiting van De Oversteek? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Beide trajecten lopen parallel. De bezuiniging dient per 2013 gerealiseerd te zijn. De getroffen maatregel – sluiting Oversteek – heeft ook draagvlak binnen de betrokken organisaties. Immers, deze voorziening kende een lage bezettingsgraag ondanks het feit dat de doelgroep, waarvoor ze bedoeld was, al was verruimd. Voor diverse functies van de Oversteek zijn alternatieven gecreëerd.
En er zijn tijdig gesprekken gevoerd met alle vaste gebruikers van de dag- en nachtopvang en zij hebben een alternatief aanbod gekregen.
Parallel aan de bezuinigingsoperatie zijn we gestart met een vernieuwingstraject. Er wordt gekeken naar de huidige processen en hoe deze efficiënter kunnen worden ingericht.
“De ketenpartners moeten in 2012 voor alle feitelijk daklozen een integraal trajectplan opstellen. Het traject moet leiden tot zo zelfstandig mogelijke huisvesting, inkomen, redelijke gezondheid en arbeid/activering.”
bovenstaande stond in punt 1: Het traject: een dakloze (verder D hier), aan alcohol verslaafde klopt bij het passantenverblijf (PV)aan en zegt: ‘heulo ik wil slapen’…..
PV: “neu da ken nie, ge bent zat”
D: “ik he nog mar 4 halve liters bier op”!
PV: “gouw oe eige urst mar melde bij de verslavingszorg, dan kende terugkomme”
D: gaat weg en vergeet wat ze bij het PV zeiden…..en dronk nog lang en gelukkig!
@Hent den Helmonder op dinsdag 13 november 2012 om 21:26:
aanvulling op Hent:
D kwam ooit, jaren later nog eens aan bij ‘de’ verslavingszorg en zei:
“Heulo, ik wil drinken”
VZ: “dan moet je niet hier zijn maar langs het kanaal gaan zitten’
D: “ow en ging weer weg”
(weer een tijd later):
D (loopt door de stad en heeft honger en ziet een lekkere bloemkool bij groeteman Jan): “ik steel die bloemkool want ik moet eten” , denkt hij en voert dit uit.
Bubrigadier Dog ziet dit gebeuren en pakt D. op neemt hem mee naar het buro en D. krijgt naast een boete bezoek van de crisisdienst van de GGz omdat hij wat ‘raar’ doet. Die zeggen: ‘nee verslavingszorg moet komen’
Die komen en zeggen: ‘nee, meneer drinkt te weinig, hij moet naar SMO!
D. gaat weg maar weet de weg niet meer….behalve die naar het kanaal.
VVD ergert zich aan mailtjes van Eric Bouwmeester
“De laatste tijd worden wij geconfronteerd met diverse e-mails van Dhr. Bouwmeester. Wij waarderen het dat hij zich inzet voor de daklozen in onze stad en dat hij zo betrokken is bij deze materie.
Wat wij absoluut niet kunnen waarderen en accepteren is de aanmatigende toon en wijze waarop Dhr. Bouwmeester meent de door hem geconstateerde problemen over het voetlicht te brengen.
De VVD-fractie distantieert zich dan ook nadrukkelijk van deze wijze van communiceren. Daarbij vragen wij ons af of deze toon bijdraagt tot het oplossen van de door hem geconstateerde misstanden” aldus Joan Damen namens de raadsfractie van de VVD.
Naar aanleiding daarvan willen zij weten of het allemaal klopt wat hij beweert en vragen zij of het college van plan is actie te ondernemen tegen de grove beledigingen die Dhr. Bouwmeester hanteert in zijn mails aan het adres van de wethouder.
Eerder reageerde Eric Bouwmeester ook op de weblog middels de tekst van een mail die hij naar alle raadsleden stuurde.
PvdA maakt zich extra zorgen over de daklozen nu het vriest
De PvdA Helmond maakt zich extra zorgen over de daklozen nu de eerste vriesnacht is geweest. Zij begrepen eerder van wethouder Margreet de Leeuw dat er nog geen winterregeling was en dat daar nog een oplossing voor moest komen.
Daarom willen zij vanavond tijdens de raadsvergadering horen of het college van B&W ook vindt dat tijdens de vriesnacht iedereen de mogelijkheid moet hebben om binnen te overnachten en zijn zij benieuwd hoe het met de winterregeling (vriesregeling) staat?
Net als andere oppositiepartijen heeft de PvdA de wethouder eerder gevraagd om eerst aandacht te besteden aan betere daklozenzorg alvorens over te gaan tot sluiting van De Oversteek.
@Kiekerjan van Hooi op dinsdag 13 november 2012 om 21:42:
Hent heeft (gelukkig) weining kennis van zake hoe het in werkelijkheid toegaat.
@De weblog van Helmond op maandag 3 december 2012 om 18:15:
@De weblog van Helmond op dinsdag 4 december 2012 om 09:41:
Weet niet wat er in die mailtjes staat, maar het verschil tussen de PvdA en VVD over daklozen valt wel op.
Fijn nieuws: bij SMO Helmond is gisteren de winterregeling voor de tweede keer deze winter gestart. In Helmond geen daklozen op straat!
Hoe zit het met de daklozenopvang tijdens deze vorstperiode?
Tijdens het vragenuur van dinsdag 4 december vorig jaar heeft wethouder Margreet de Leeuw de gemeenteraad geïnformeerd over de winterregeling (vriesregeling) met betrekking tot de daklozenopvang in Helmond. Dit naar aanleiding van vragen van de PvdA destijds.
In januari en februari 2013 zijn er weer periodes van strenge vorst. De PvdA-raadsleden Neco Kaygisiz, Mohammed Chahim en Roy Boermeester stellen mede naar aanleiding hiervan de volgende vragen aan het college van burgemeester en wethouders:
1. Wat was de (gemiddelde) bezetting van de daklozenopvang tijdens deze vorstperiode (januari en (deel) februari)?
2. Hoeveel (nieuwe) bezoekers hebben tijdens de vorstperiode in januari en (deel) februari 2013 gebruik gemaakt van de nachtopvang?
3. Zijn er tijdens de vorstperiode in januari 2013 nog meldingen van overlast geweest (zowel in en rond de daklozenopvang of bij zorginstellingen) met betrekking tot daklozen in Helmond?
In antwoord op de door de PvdA gestelde vragen, gaf het college van B&W de volgende 3 antwoorden:
1. In januari was de winterregeling van kracht gedurende 16 nachten. De gemiddelde bezetting bedroeg in die nachten 8,75 personen. Bij een bezetting van > 6 personen (= reguliere capaciteit) wordt een extra nachtwaker ingezet.
2. Gedurende de winterregeling hebben tussen de 5 en maximaal 13 mensen per nacht gebruik gemaakt van het Passantenverblijf. Bij de mensen die zijn toegelaten zaten ook klanten die geen regiobinding hebben en normaliter dus niet zouden worden toegelaten. Er zijn nauwelijks nieuwe mensen in beeld gekomen gedurende de winterregeling. Het is veelal dezelfde groep mensen die gebruik maakt van de nachtopvang.
3. Bij de gemeente zijn geen meldingen van overlast ontvangen of bekend. Navraag bij de politie, de LEVgroep (opbouwwerker voert periodiek overleg met omwonenden van d’n Herd en SMO; laatste overleg 31-1-2013: geen klachten en/of bijzonderheden) en SMO zelf bevestigt dit rustige beeld.