Marinebekleidungslager
De Duitse bezettingstijd blijft een bron vol verhalen die blijkbaar nooit uitgeput raakt. Ook voor Helmond is men nog lang niet uitgepraat en ‘uitgeschreven’. Er is al heel wat gepubliceerd, een eerste golf dateert van direct na de bevrijding en in de bijna 77 jaren na Helmonds bevrijding is met name bij herdenkingsmomenten een behoorlijk aantal boeken en artikelen verschenen. Ook op diverse websites als https://www.tracesofwar.nl/helmond/ zijn heel wat Helmondse verhalen te vinden. Maar er is nog genoeg te onderzoeken, zoals de economische collaboratie die ook in het Helmondse bedrijfsleven plaatsvond. Er komt mogelijk een Brabants onderzoeksproject over dit onderwerp.
Daarop vooruitlopend meen ik te mogen stellen dat met name één Helmonds bedrijf een foute directie bezat: Carp. De garenfabriek was in 1938 in Schotse handen gekomen, J & P Coats Ltd., en werd als vijandelijk vermogen onder beheer van een door de Duitse bezetter aangestelde Verwalter gesteld. In dit geval een foute employee die er al langer werkte: dr. C.W. Zahn. Deze prominente NSB’er was een vertrouweling van NSB-leider Mussert en medeverantwoordelijk voor de misdadige financiële wandel en handel van de partij en haar tijdelijke volksleider. Over deze praktijken heeft een kleindochter van Sjef van Wel (van de Wethouder van Wellaan), Tessel Pollmann, een boek open gedaan in haar Mussert & Co.
Eind mei 1942 maakte de leider van de NSB, Mussert, een driedaagse tournee door Noord-Brabant (zijn geboorte’land’, d.w.z. hij was geboren en getogen te Werkendam). Helmond werd slechts kort aangedaan in de vorm van een bedrijfsbezoek aan Carp waar partijgenoot Zahn hem met open (of gestrekte?) arm ontving en het hoge bezoek persoonlijk rondleidde. Hier staat het gezelschap in de afdeling blekerij van de garenververij, met vierde van links Mussert en rechts naast hem Zahn. (Regionaal Historisch Centrum Eindhoven)
Textielopslag
De Helmondse Strapatzen van Herr Zahn verdienen nog nadere studie. Maar duidelijk is wel dat hij naast trouw aan zijn Leider ook Duitsvriendelijk was. Het lijkt dan ook geen toeval dat de in Nederland gevestigde Duitse dienst verantwoordelijk voor de kleding en verdere lijfuitrusting van de Marine, het Marinebekleidungsamt te Amsterdam, midden 1942 een filiaal te Helmond opende, gevestigd in het gebouw De Haag van Carp. De bezetter zal vast netjes een huurovereenkomst gesloten hebben, het magazijn stond in ieder geval onder direct Duits toezicht. Drie officieren en negen bewakingsmanschappen waren oorspronkelijk bedoeld voor het toezicht. Later werd dit aangevuld met leden van de zogeheten Wach- und Schutzdienst, Nederlanders die ingezet werden voor bewakingsdiensten en als brandwacht van gebouwen e.d. die extra bewaking konden gebruiken. Het magazijnwerk werd door Nederlanders verricht. In het totaal waren er eind 1942 veertig mensen werkzaam. Textielstad Helmond werd een klein centrum van Duitse textielopslag, met ook nog een magazijn bij Diddens & Van Asten.
Dolle Dinsdag
Ondertussen werd de nood bij de bezette Nederlanders steeds groter. Producten van Nederlandse bodem en industrie waren in toenemende mate bestemd voor de Heimat oftewel het Vaderland dat zich steeds meer toelegde op het oorlogsgebeuren en de bewapening.
Achterzijde van een ansichtkaart aan Poldy Erben te Wenen, gestuurd op 24 oktober 1942 door de plaatsvervangend commandant van het Marinebekleidungslager, K. Erben. Deze kaart is vrij van port verzonden, er zit geen postzegel op, het eigen Briefstempel van de Marinebekleidungsdienst Helmond was voldoende. (Coll. Wim Promper)
Ook kleding en stoffen werden steeds schaarser en gingen op de bon. Dat terwijl er in Helmond gedwongen textielproductie voor de bezetter plaatsvond én er gevulde magazijnen waren. Geen wonder dat men met een begerig oog de opslag zo ongeveer midden in Helmond in de gaten hield. En op de later Dolle Dinsdag genoemde 5 september 1944 zag de Helmondse bevolking de kans schoon. Op die dag speelden zich in heel Nederland emotionele taferelen af naar aanleiding van berichten dat het land nu elk moment bevrijd kon worden. De geallieerden hadden namelijk in de voorgaande dagen in hoog tempo terrein gewonnen en op 3 respectievelijk 4 september Brussel en vervolgens Antwerpen op de Duitsers veroverd. Alom paniek in Duitse gelederen en de met hen sympathiserende Nederlanders; dezen trokken massaal en in wanorde naar het Oosten. Zo ook in Helmond. De bewoners van ’t Haagje zagen Duitse soldaten wegvluchten over de trambrug, één bleef achter om op het Marinebekleidungslager te passen.
Linkerschoenen
Maar in zijn eentje was hij niet opgewassen tegen de toegestroomde menigte. Al gauw bleek dat ondanks het aanvankelijk wapengeweld (hij trof een vrouw in het been) er geen houden aan was. De soldaat ging zijn kameraden achterna (de trambrug was immers vlakbij), de Hagenezen konden proletarisch gaan winkelen. De meest brutalen stonden uiteraard voorop maar er bleek voldoende om ook laatkomers nog te voorzien. De vader van Henk Knapen uit het Jonkerstraatje kwam thuis met een stapel schoenen die bij nadere inspectie helaas enkel linkerschoenen betrof. Met moeder aan de hand ging de jonge Henk later nog eens kijken; opbrengst: een stapel zakdoeken. Maar de vreugde was van korte duur: de bezetter kwam al ras terug en eiste de gestolen spullen terug op straffe van. [afb 3]
Bekendmaking in de plaatselijke krant De ZuidWillemsvaart 7 september 1944, twee dagen na Dolle Dinsdag
Er ging een kar door ’t Haagje waar de bewoners de buit konden deponeren. Zo geraakte de familie Knapen straffeloos af van de toch onbruikbare linkerschoenen. Enkele zakdoeken bleven achter, als souvenir. De verzetskrant Het Parool meldde echter in een extra uitgave van 14 september gewijd aan de (wanordelijke en veelal moedeloze) toestand in het zuiden: In Helmond hebben Duitsche soldaten de voorraden kleeding van het marine-depot, dat daar was ondergebracht, gisteren onder de Nederlandsche bevolking verdeeld. Truien, schoenen, broeken en andere kleedingsstukken werden uitgedeeld en vonden gretig aftrek.
Er bleef blijkbaar voldoende achter. Bij de echte bevrijding van oostelijk Helmond, nog geen drie weken later op 22 september 1944, werd het (aangevulde?) magazijn weer geplunderd en ditmaal gründlich. Aardig wat Helmonders hebben zo in Duitse laarzen of in Marineblau rondgelopen na de bevrijding. Enkele land/stadgenoten zijn nog veroordeeld voor hun werk/betrokkenheid bij het Lager. Zie ook https://www.tracesofwar.nl/news/8753/Fout-Helmond-Twee-landwachters-en-de-arrestatie-van-Jozef-Evers.htm
Stadshistoricus Giel van Hooff
3 reacties:
Zoals altijd weer een mooi verhaal Giel.
Vraagje: waar stond dat magazijn precies?
Toon Dank voor compliment. Het Lager was gevestigd in het zuidelijke complex van Carp dat De Haag heette dat vanuit het kantoor en oude Carpcomplex gezien aan de overzijde van de Trambrugweg lag, het huidige De Vloet tot De Renne
Meer zien en lezen over het bezoek van Mussert aan Helmond:
(vanaf ca. minuut 6.15)
en het verslag in het plaatselijke dagblad
https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010694318:mpeg21:a0044